vrijdag 15 september 2023

Voorheen Rookzangers Notitieblog 49: In zand geschreven


De mondhygiëniste van het CPI was tevreden. Er moesten nog een paar puntjes op de i worden gezet en iets van de elektrische borsteltechniek had ik niet helemaal goed begrepen, maar over het algemeen was de toestand van mijn gebit aanzienlijk verbeterd. Opgelucht liep ik de Nieuwezijds Voorburgwal op, richting het Spui. Ik had wel iets verdiend na een kwakkelige week van vasten, en de vier zou al snel in de klok zijn.
Het was opnieuw warm, Gerrit Hiemstra's laatste wapenfeit. De volle terrasjes trokken me niet aan. Ik keek naar binnen bij Hoppe. Drie Fransen bestelden juist iets, verder waren de tafeltjes leeg. Ik kreeg een ijskoude Westmalle, condens parelde op het flesje, en ging zitten in de koele schemering. Ik nam een voorzichtig slokje en keek om me heen of ik nog iets herkende van vroeger. Als prille student Oude Talen was ik hier regelmatig te vinden. Nog voor het eerste college begon ontmoette ik er mijn makker G. om de dag met een jonge klare in te luiden. Negen uur 's ochtends. Dat kon nooit goed aflopen en dat deed het ook niet.
Het interieur was totaal onveranderd sinds 1975. Die eikenhouten vaatjes met een koperen kraantje waaruit jenever of oranjebitter vloeide waren er voor de sier, ongetwijfeld - maar dat was toen ook al zo geweest. Er lag een dun laagje fijn zand op de grond, net als in de kroegen waar Maigret graag komt. Vroeger diende dat om de gepolijste houten vloer te beschermen tegen uitgespuwde pruimtabak, vertrapte peuken en gemorst bier: alles kon zó weggebezemd worden door de schoonmaker. Nu is het alleen nog maar nostalgie. Er zijn nog een paar cafés in de stad die aan die propere traditie hechten, vertelde de barkeeper me desgevraagd. Zelf droeg hij overhemd en stropdas, nog net geen jacquet. Normaal zou ik zo'n entourage iets te veel van het goede vinden, maar in Hoppe ligt dat anders. Geen kitsch of neoromantiek. Het is er gewoon nooit veranderd, want waarom zou je? Zo is het al sinds 1670 en zo is het goed.

                                                                            *

Gedonder in de gelederen van de PvdD. Het was te verwachten. Een klein groepje gelijkgestemden is (noodgedwongen) tevreden met het zo zuiver mogelijk uitdragen van hun idealen. Daarin schuilt ook hun kracht. Zuiverheid tegenover de troebele moraal van de beroepspolitici. Tegenwicht bieden vanuit de oppositie. Een ethisch ijkpunt zijn. Ons onvermoeibaar herinneren aan waar het om zou moeten gaan in de politiek.
In iedere partij die groeit neemt het verlangen naar macht toe. Dat schijnt zo te horen. Als je zo groot bent geworden wil je ook meetellen. Het politieke spel met zijn opportunisme en zijn noodzakelijke 'water in de wijn' wordt niet langer onbespreekbaar, idealen verdwijnen allengs naar de achtergrond. Nog een stap verder en de voormalige luis in de pels krijgt écht iets te zeggen. En macht corrumpeert. Per definitie. Altijd. De partijideologie wordt een met vele vloekende ingrediënten aangelengde slappe soep. Overeenkomsten met de tegenpartij wegen zwaarder dan de ooit onoverbrugbaar geachte verschillen. Het is zoiets als hospitalisatie. Politisering zal ik het maar noemen. De achterban verdwijnt uit het zicht. Jij en je voormalige vijand zitten beiden in dezelfde ziekenboeg, die van politiek Den Haag. In de kamer, voor de camera, voer je strijd, in de foyer zijn jullie matties.
Ik zie het scenario vorm krijgen bij de PvdD. Het valt me nóg mee dat het nú pas gebeurt. Ook Omtzigt, het nieuwe toonbeeld van onkreukbaarheid, zal het overkomen, of hij moet de wonderlijke uitzondering zijn die de regel bevestigt. Wat nu te stemmen op 22 november? vroeg een collega-blogger zich af. Nou, gewoon, kameraad N., PvdD. Want een beschadigde PvdD is altijd nog verkieslijker dan géén PvdD.


2 opmerkingen:

www.nicovanlieshout.net zei

Ik houd er niet van, Voorheen Rookzanger, dat onze vrienden van de PvdD elkaar de tent uitvechten met mijn kiezersmandaat. Enfin, 22 november is nog ver. Nico van Lieshout

Hans Valk zei

In de late jaren '70 - eerste helft jaren '80 studeerde een vriend van me in Amsterdam. We gingen destijds nog wel eens stappen in de stad. In die tijd heb ik van Hoppe het idee gekregen dat het een tent was voor VVD-ers en andere mensen die het èrg goed met zichzelf getroffen hadden. Zoals dat volk op een beetje zomeravond luid orerend voor de kroeg op straat stond te zuipen. We konden er niet zo goed tegen.

Dat de Partij voor de Dieren iets wil met hun verworven stemmen vind ik volledig terecht. Als er voor bijvoorbeeld regeringsdeelname compromissen moeten worden getroffen, dan kan ik daar ook nog een heel eind in mee gaan. Aan een PvdD die stijf-principieel aan de kant blijft staan, hebben we uiteindelijk niet zoveel.
De komende verkiezingen vormen dé kans om eindelijk eens korte metten te maken met het beleid van vier kabinetten Rutten, die een verlammend effect hebben gehad op de Nederlandse samenleving en ons voor een veelvoud aan problemen hebben geplaatst.
Nu staan er ter rechterzijde ook allerlei krachten klaar om het eens even helemaal anders te gaan doen, maar die kant wil ik niet op. En jij ook niet, denk ik.
Als niet alleen de PvdD wat meer bij de mensen komt, maar ook de SP eens uit hun arbeideristische ivoren toren zou komen, zou er na de verkiezingen een serieuze linkse coalitie kunnen worden gevormd.
Dat lijkt me, compromis of niet, altijd beter dan een (centrum-) rechtse coalitie.