dinsdag 16 februari 2021

ELZENKONING



Wie rijdt nog zo laat door nacht en wind?

Het is de vader, maar met zijn kind.

Hij heeft de jongen vast in zijn arm,

Omklemt hem stevig en houdt hem warm.

 

‘Mijn zoon, wat is het toch dat jij daar ziet?’

‘Zie jij de Elzenkoning dan niet?

De Elzenkoning, met kroon en zweep?’

‘Mijn zoon, dat is een nevelstreep.’

 

‘Ach lieve kind, kom nu maar gauw!

Heel leuke dingen doe ik met jou,

Veel mooie bloemen staan aan ons strand,

En mijn moeder kleedt zich in ’t fijnste kant.’

 

‘Mijn vader, mijn vader, klinkt niet in jouw hoofd

Wat Elzenkoning mij zachtjes belooft?’

‘Wees rustig, blijf maar rustig, mijn kind;

In dorre blaadjes lispelt de wind.’

 

‘Wil jij, mijn jongen, niet mee met mij?

Want mijn dochters wachten op jou zo blij;

En die dochters leiden de dansen vannacht

En ontvangen je wiegend en zingen heel zacht.’

 

‘Mijn vader, mijn vader, en zie je niet daar

Zijn dochters wenken met nachtzwart haar?’

‘Mijn zoon, mijn zoon, ik zie het heel goed,

Dat is wat het grauwe wilgenbos doet.’

 

‘Ik hou van jou, jij volgt me mijn liefje, mijn held,

Indien niet gewillig, desnoods met geweld!’

‘Mijn vader, mijn vader, nu raakt hij mij aan!

En ach, hij heeft me zo’n pijn gedaan!’

 

De vader huivert en rijdt nu gezwind,

Houdt in zijn armen het ijlende kind,

Bereikt zijn huis ternauwernood;

Maar in zijn armen was ’t kind al dood.

 

Erlkönig, Johann Wolfgang von Goethe

 

Vertaling: © JPvS 

 

Illustratie Anton Pieck



Geen opmerkingen: