'Zo zou ik alles uit het leven halen, jawel.' Die zin spookt door mijn hoofd. Het is de openingszin van het drieluik Autodidact (wat ik later wilde worden), titelstuk van de cd die we zojuist opgenomen hebben. Ik word tegenwoordig nogal eens geplaagd door het gevoel dat ik juist veel te weinig uit het leven haal. De tijd raast voort, de jaren tikken af in steeds sneller tempo, het mechaniek van de klok lijkt dolgedraaid. Wat doe je daar tegen? Niets natuurlijk, maar men zou kunnen proberen zuiniger met die wegglijdende momenten om te springen. Leven alsof iedere dag je laatste is, je hoort het wel eens. Terminaal zieken worden genoopt zo intens te leven, en ze leven er, zolang als het duurt, van op. Ik weet nog hoe vriend F. bijna euforisch opgelucht was dat hij geen zorgen meer had, met een zekere dood in het vooruitzicht. Hoe hij zijn resterende tijd besteedde aan alles wat hem nog zinvol leek, en daar oprecht van leek te genieten. Kan dat ook niet zonder het vonnis van een snel naderend einde?
Vannacht schijnt het hevig geonweerd te hebben. Ik had het graag meegemaakt, de hondse hete dagen had ik graag met bliksem, donder en hagelslag uitgeluid gezien. Maar het onweer bereikte Amsterdam niet. Onweer bereikt Amsterdam zelden, om de een of andere reden: we horen ervan, we verheugen ons, maar het gaat aan onze voordeur voorbij, en het enige wat we merken is de verkoeling, die, zonder vuurwerk en feestgedruis, heel prozaïsch en geleidelijk over ons heen komt. Zoals vroeger de gasten van een feest aan het eind van de avond een broodje en koffie kregen om alvast te ontnuchteren.
Ik hoorde op het nieuws van het naderend noodweer en dacht: eigenlijk zou ik nu in de auto moeten stappen en naar het zuiden moeten rijden. Gewoon, om het onweer te zien. Zoals Martinus Nijhoff ooit, in 1934, naar Zaltbommel ging om de nieuwe brug te zien - het leverde een beroemd gedicht op. Toerisme, zuiver toerisme - niet ingeroosterd in de vakantie, maar gewoon, aan het eind van een werkdag. Je scheurt je los uit je veel te gemakkelijke stoel en volgt je nieuwsgierigheid. Alles uit het leven halen. Waarom eigenlijk niet? Tijd genoeg, slapen kan altijd nog.
Ik deed het natuurlijk niet, dat onweer-spotten, en alles wat ik merkte was een enorme klap ergens in het holst van de nacht (de bijna volle maan scheen wazig naar binnen), waarvan ik even wakker schrok om daarna, toen het ruisen van de regen uitbleef, weer in te slapen.
Ik las ergens dat we van de vertrouwde vier seizoenen overschakelen op een jaar dat slechts uit drie seizoenen zal bestaan. Met één lange herfst rondom de kerst. Ik weet nog hoe ik vorig jaar, de lauwe winter beu, met afgunst naar de beelden keek van de winter in onze noordoostelijke provincies. Dit jaar ga ik bij de eerste berichten van vorst meteen de Afsluitdijk over, om het mee te maken, om erbij te zijn, om de sneeuw te zien, om de kou te voelen. Jawel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten