dinsdag 28 juni 2016

ROZENMAAND


De rozenmaand is bijna voorbij. De rozenmaand, ik las het in een weerpraatje in de krant, door Marco Verhoef. Ik wist niet dat die bijnaam bestond, hij trof me als een neologisme; maar ik vind hem mooi en zal hem vaker gaan gebruiken. Zelf heb ik het altijd wel over de rozentijd, en die valt inderdaad grotendeels samen met juni.
Maar goed, de rozenmaand is dus bijna voorbij, en wat heeft hij gebracht? Niet wat ik ervan had verwacht, zeker niet. Daar gaan we weer, ik leer het nooit: in de turbulentie van deze lente stelde ik me voor dat er andere tijden zouden komen, zodra de zomer zich breed gemaakt zou hebben en zich loom zou hebben uitgestrekt over de stad. Ik zou, verlost van mijn grootste drukte en meest nijpende deadlines, tot mijzelf komen. Een beetje wandelen, genieten van de rust; een eenvoudig, naar binnen gekeerd leven zou ik gaan leiden, met boeken, papier en pen en mijn gitaar; nu en dan mijn vriendin vergezellen naar een zomerfestiviteit; en onderwijl goed de geur van de zomer in me opnemen, geen ligusterknop of ontloken roos mocht onbesnoven aan me voorbijgaan.
Het liep allemaal weer zo heel anders. De turbulentie zette onverminderd door, zorgen namen eerder toe dan af, en van kalm, bezadigd zomerweer was ook geen sprake. Ik heb heus wel iets geleerd, zeg ik tot mijn verdediging: want bij al die onverminderde onrust ben ik vaak onderweg gestopt om te kijken naar de rozen, hoe ze in volle bloei eerst pronkten met hun bleekroze bloesems en hoe diezelfde bloemen, zwaar van regendruppels, langzaam flodderig werden en tot losse bloembladen uiteendwarrelden. Ik mat de voortgang van het seizoen af aan hun al te snelle verval. Hoewel de maand voorbijvloog, langs me heen schoot en in plaats van rust vooral onvolmaaktheid en onbestendigheid bracht, kan ik in elk geval zeggen dat ik de rozen heb gezien. En heb geroken. Stop and smell the roses. Als die kalenderwijsheid een criterium is van bewust leven, dan heb ik daaraan voldaan.

Het wordt de hoogste tijd, denk ik, terwijl ik het voorafgaande overlees, om dat rekenen in periodes eens te laten schieten. Het is natuurlijk prachtig om te kunnen zeggen: 'we hadden een geweldige zomer', of: 'de lente van dat jaar was legendarisch', maar de praktijk is dat het leven een chaotische stroom van gebeurtenissen is, en dat het eerder bij het magisch denken van de jeugd past om daar een archiverend etiket (met mooie krulletters) op te plakken, dan bij de levenswijsheid die ik op mijn leeftijd verondersteld word te bezitten. Losweken, die etiketten! In de prullenbak ermee! De rozenmaand was rommelig, zoals elke maand, zoals het hele leven. Maar er waren momenten die bijgeschreven mogen worden in het grootboek dat ons geluk bijhoudt.
Afgelopen zaterdag repeteerde ik met twee vrienden voor een toekomstig cd-project. Robert, de tekstdichter, luisterde toe terwijl Lucas en ik de liederen speelden en zongen. Ik versmolt met wat ik deed, er was alleen dat ene, die muziek die we maakten. Alles viel op z'n plek, vriendschap, kunst, werk, droom, en ik was zolang die middag duurde gelukkig. Achteraf zaten we op een terras, en het leven hernam zijn gewone gang, we spraken over Brexit en de dingen van de dag, zorgelijk of vrolijk. Maar die paar uren aan de piano, die waren als het langdurig ruiken aan een roos geweest.
In een van de liederen, De hoge vlucht der werkloosheid, zegt Robert:

Eerst traag en zwaar, zwaarder en niet sneller
dan andere mensen op het trottoir.
Dan met telkens hoger gedacht gegier
langzaam snelheid op ze winnend tot
als een zucht ik me verhef,

en in steeds wijder wordende
geometrische figuren hoog over de stad vlieg. [...]
Ik ben als de lucht
heel kalm en heel lucide.


Die kalme, ontstegen euforie leek op wat ik me bij deze zomer had voorgesteld. Met het oog van een vogel het grote verband zien, veilig verheven boven het aardse gescharrel, in een heerlijke zweefvlucht. De rozenmaand was verwelkt en verregend en van vliegen was geen sprake geweest, maar die middag kwam ik toch dicht in de buurt van die toestand. En misschien is dat ook wel genoeg.



(Tekening: Rosanne van Spaendonck. Foto: Robert Eksteen. Over het cd-project binnenkort meer!)

1 opmerking:

Roberto zei

Net als vroeger: nescio-achtig genoeg hebben aan elkaars gezelschap in de veilige warmte van nooit eindigende lentemiddagen.