Ik was doelbewust op weg naar het Lambertus Zijlplein maar reed het glad voorbij. Op het moment dat ik de vertrouwde straat na de eindhalte van bus 21 moest inslaan aarzelde ik en voor ik het wist reed ik in de Aalbersestraat. In lichte verwarring keerde ik om. Wat had ik niet gezien? Of liever gezegd, wat had ik wél gezien?
Waar de Nolensstraat was geweest, met zijn drie gelijknamige zijstraatjes, was nu een omheinde zandvlakte. Op de schutting stonden ludieke suggesties van buurtkinderen voor verbetering van de woonomgeving. Mijn eerste gedachte gold mijn jeugdvriend Peter: wat zou hij daar wel van vinden, die altijd met zoveel liefde over zijn jeugd in die bakstenen woonblokken heeft gesproken en geschreven? Dijk, zandvlakte, bosjes en talud waren al zo lang verdwenen. De braakliggende ruimte, het speelterrein van onze kindertijd, was ingevuld met nieuwbouw toen Geuzenveld rond de eeuwwisseling op de schop ging. Dat nu ook zijn ouderlijk huis en de huizen van zijn vroegere buren geruimd en voorgoed verdwenen waren was slecht nieuws. Ik hoopte maar dat hij het al wist en dat ik de onheilstijding niet hoefde te brengen.
En zouden ze het stratenplan wel respecteren? Onderweg door de mooie herfstmorgen had ik met gemengde gevoelens het gebouw gezien dat de naam draagt van onze oude lagere school. Het kan nooit die vertrouwde H-vorm vervangen, maar het staat tenminste op dezelfde plaats. Het symboliseert of herdenkt als het ware de Pieter Jelles Troelstra-school van vroeger, je kunt het herinneringsplaatje leggen over het werkelijke beeld en de twee vallen min of meer samen. Wranger wordt het als ook de indeling van de ruimte bij sloop en nieuwbouw verandert. Dan morrel je aan de onderliggende structuur van een buurt. Het woord "blauwdruk" komt in me op. De idee achter een wijk wordt genegeerd en daarmee wordt het fysieke bewijs van je jeugd op losse schroeven gezet. De kaart van mijn kindertijd is al bijna uitgewist, heet het in het enige protestliedje dat ik ooit maakte, Stadsvernieuwing.
Ik zette mijn sombere gedachten uit mijn hoofd, parkeerde mijn auto op het verminkte plein en liep naar het buurthuis aan de Albardakade. Daar ging ik een feestelijke bijeenkomst opluisteren met een handvol liedjes - eigen werk, wat Napolitaans, Aan de Amsterdamse grachten. Truus van de Telefooncirkel, 94 jaar oud, deed dat vrijwilligerswerk nu veertig jaar. Elke dag, stipt om negen uur 's ochtends, belde ze alleenstaande of hulpbehoevende ouderen om te checken of alles wel in orde met ze was.
Op de tweede verdieping van het frisse gebouw herkende ik mijn werkplek aan ballonnen met "40" erop. Binnen scheen de vrolijke herfstzon op schalen met koekjes, chocolaatjes, Tom Poezen en versierde boterhammen. Kannen koffie en thee werden binnengebracht. Rock 'n' roll zou het niet worden vanochtend. Ik pakte mijn gitaar uit, mijn nieuwe Eastman, deze gig was haar vuurdoop.
Ik zong mijn repertoire, aanvaardde dankbaar het applaus en maakte een praatje met het feestvarken. Ik vroeg waar ze in Geuzenveld gewoond had. De straat in de Dudokbuurt, vlakbij de Sam van Houtenstraat, waar ze het grootste deel van haar jaren had doorgebracht kende ik niet. Ik besloot maar niet te vragen of hij nog bestond.
woensdag 19 oktober 2022
STADSVERNIEUWING
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten