Onze gids had lange benen en een forse romp, met een stevige nek waarop een wakker ambitieus hoofd stond. Zijn torso leek niet zozeer het resultaat van sportschoolbezoek als wel van aanleg: hij zag eruit alsof generaties sjouwers en werkers hem voor waren gegaan. Ook zijn tongval had een zweem van weggewerkt plat. Zijn dure pak spande een beetje en zijn das was te fel en te breed. Nieuw geld, dat rook je. Drie jaar was hij nu lid van De Koninklijke Industrieele Groote Club, en uit de trotse manier waarop hij over de historie en de mores van de sociëteit vertelde kon je opmaken dat hij enorm naar het lidmaatschap had toegeleefd en vastbesloten was om er het uiterste uit te halen. Een ander groepje passeerde ons, geleid door een man met een bleek, fijnbesnaard gezicht met een gouden knijpbrilletje op de slanke neusbrug. Oud en nieuw geld lieten elkaar hoffelijk voorgaan terwijl ik de lederen meubels, het zware houtwerk, het kristal en de met textiel bespannen muren in me opnam, waarop menig navolger van Breitner te bewonderen viel. Een beetje jammer, vond ik, dat er geen craquelé en patina was om de eerbiedwaardige, meer dan honderdjarige geschiedenis van de club te onderstrepen. Maar de renovatie van 2017 heeft die samen met de sporen van sigarenrook netjes weggepoetst. Aan de schilderijen werd nog gewerkt, de restauratrice zat even verderop geconcentreerd aan een doekje te penselen. Nieuw Geld wees ons op een muurvullend winterlandschap à la Koekkoek en vertelde dat het doek voor het zomerreces nog een herfstlandschap was geweest.
Een van de 1500 leden, in tenue de ville, hoewel het nog geen 17.00 uur was en hij dus strikt genomen in nette vrijetijdskledij had mogen verschijnen, zette zich aan de vleugel en speelde wat lichte kabbelmuziek.
Ik vroeg Nieuw Geld of hij weleens een Bommelverhaal had gelezen. 'Jawel, niet allemaal natuurlijk,' zei hij ontwijkend. Ik vertelde dat Bommel de Rommeldamse notabelen treft in de Kleine Club, en dat die gebaseerd is op het monumentale pand aan de Dam. NG grinnikte een beetje en leidde ons snel verder.
Bij de uitgang gaf hij me een hand. Hij had een handdruk als een bankschroef.
Een van de 1500 leden, in tenue de ville, hoewel het nog geen 17.00 uur was en hij dus strikt genomen in nette vrijetijdskledij had mogen verschijnen, zette zich aan de vleugel en speelde wat lichte kabbelmuziek.
Ik vroeg Nieuw Geld of hij weleens een Bommelverhaal had gelezen. 'Jawel, niet allemaal natuurlijk,' zei hij ontwijkend. Ik vertelde dat Bommel de Rommeldamse notabelen treft in de Kleine Club, en dat die gebaseerd is op het monumentale pand aan de Dam. NG grinnikte een beetje en leidde ons snel verder.
Bij de uitgang gaf hij me een hand. Hij had een handdruk als een bankschroef.
1 opmerking:
Hmm. Je kunt natuurlijk een vaag neerbuigend schrijven over nieuw geld, maar wat niet duidelijk wordt is wat jij als vrije, onafhankelijke geest überhaupt te zoeken had in de Koninklijke Industrieele Groote Club..
Oh.. ik snap het al. Monumentendag.
Nou vooruit; je bent geëxcuseerd. Ik had nog nooit van deze club gehoord en weet dus ook niet hoe monumentaal het pand is waarin die huist. Ik hoop maar dat het gebouw de moeite waard was.
Een reactie posten