vrijdag 20 september 2019

BLOEMENZEE

Het was met de moord op Pim Fortuyn dat Nederland, na eeuwen gesluimerd te hebben, weer tot de grotemensenwereld toetrad. Een schokkende rite de passage was dat, we moesten even slikken en ons opnieuw oriënteren, maar daarna hoorden we er weer bij. Theo van Gogh volgde algauw. Het wachten is nog op een echte terreuraanslag, en dat hebben we toch echt dezelfde status als de ons omringende landen. Geen lief landje van tulpen, klompen en kaasboertjes meer. De harde, sterk gepolariseerde wereld van nu die de dijken heeft doorbroken en de polder heeft geannexeerd.

Ik verbaas me over het gemak waarmee de nieuwslezers het over de Mocro Maffia hebben. Mag dat zomaar, denk ik dan. Ik durf, als 'witte' man, het woord neger niet meer in het openbaar uit te spreken. Dat is net zo'n vies woord als Gouden Eeuw. Aan de verbastering met dubbel k durf ik niet eens te dénken. Als Godfried Bomans nu 'het nikkertje Flop' als romanfiguur zou introduceren zou vermoedelijk zijn tong worden uitgerukt of tenminste zijn rechterhand worden afgehakt. Ik lees op internet dat mocro niet een echte geuzennaam is, omdat het niet, zoals nigga, oorspronkelijk een scheldwoord was. Vooruit dan maar.

De moord op een advocaat is een aanslag op de rechtstaat, lees ik. Jazeker, natuurlijk, dat is wat de maffia doet, de rechtstaat ondermijnen. Italiaanse toestanden, net de echte, 'grote' wereld. Maar we hebben toch al een hooggeplaatst politicus en een bekende voorvechter van het Vrije Woord onder de slachtoffers van extreem geweld gehad? Of was dat niet hetzelfde? Hoe dan ook, we zullen eraan moeten wennen dat het er bij ons in de gepolariseerde polder net zo genadeloos hard aan toegaat als elders op onze gedoemde planeet.

Als ik 's avonds naar de repetitie rijd zie ik in mijn ooghoek een zee van bloemen. Een politieauto houdt de wacht en ik hoop maar dat ze mijn kapotte rechter koplamp niet zien. Ik had me, bij het volgen van het nieuws, niet gerealiseerd dat het kantoor waar Derk Wiersum werkte bij mij om de hoek is. Ik houd mijn snelheid in en kijk, plotseling ontroerd, naar al die boeketten. Doorgaans reageer ik nogal cynisch op de bloemenhulde die steevast ons nationale antwoord op tragedies is. Maar als zoiets in je eigen straat gebeurt is het toch anders.

Geen opmerkingen: