Drie ernstige jongens, verdiept in horlogemakersklusjes, achter een balie. Ze dragen propere witte jassen met een rood logo. De hele winkel is in rood en wit en alles is van een kraakheldere orde, die niet zomaar het gevolg is van goed schoonmaken en opruimen: een Ontwerper heeft hiervoor een flinke nota ingediend.
(Dat zeg ik niet zomaar. Een vriend van me die veel voor musea werkte werd eens gevraagd de kleur van een bepaalde expositieruimte te bepalen. Hij gaf niet meteen antwoord maar vroeg om een paar dagen bedenktijd. Toen belde hij terug, zei met ferme stem: 'Groen' en declareerde drie dagen werk.)
Een van de jongens kijkt op van zijn gepruts en vraagt vriendelijk waarmee hij me van dienst kan zijn. Ik haal mijn Samsung Galaxy uit mijn colbert en leg hem op de toonbank. 'De camera doet het niet meer. Is daar iets aan te doen?'
De jongen neemt het apparaatje liefdevol kritisch in ogenschouw. 'Ach, een oudje. Welk type, weet u dat toevallig?' Ik zeg dat ik geen idee heb. Hij vraagt me het toestel te ontgrendelen. Dat doe ik, en hij pakt het van me aan. Hij tikt wat in, knikt, en zoekt op zijn laptop. 'De Grand Prime. Nee, daar hebben we geen onderdelen meer voor. Misschien dat u hier en daar rond kunt vragen en dat u ze ergens nog kunt vinden. Maar ik geef u weinig kans. En dan, de reparatie zou waarschijnlijk meer kosten dan een vervangend telefoontje.'
Ik knik. 'Daar was ik al bang voor,' zeg ik.
'Hoe lang hebt u hem al?'
'Bijna drie jaar.'
Hij kijkt deelnemend.
'Dat is lang. Er staat twee, drie jaar voor zo'n ding. Hooguit. Als ik u was kocht ik lekker een nieuwe.'
Een illusie armer loop ik buiten in de motregen, in mijn zak het blinde, hoogbejaarde telefoontje.
Gelukkig was het advies van de telefoondokter geheel gratis.
(Dat zeg ik niet zomaar. Een vriend van me die veel voor musea werkte werd eens gevraagd de kleur van een bepaalde expositieruimte te bepalen. Hij gaf niet meteen antwoord maar vroeg om een paar dagen bedenktijd. Toen belde hij terug, zei met ferme stem: 'Groen' en declareerde drie dagen werk.)
Een van de jongens kijkt op van zijn gepruts en vraagt vriendelijk waarmee hij me van dienst kan zijn. Ik haal mijn Samsung Galaxy uit mijn colbert en leg hem op de toonbank. 'De camera doet het niet meer. Is daar iets aan te doen?'
De jongen neemt het apparaatje liefdevol kritisch in ogenschouw. 'Ach, een oudje. Welk type, weet u dat toevallig?' Ik zeg dat ik geen idee heb. Hij vraagt me het toestel te ontgrendelen. Dat doe ik, en hij pakt het van me aan. Hij tikt wat in, knikt, en zoekt op zijn laptop. 'De Grand Prime. Nee, daar hebben we geen onderdelen meer voor. Misschien dat u hier en daar rond kunt vragen en dat u ze ergens nog kunt vinden. Maar ik geef u weinig kans. En dan, de reparatie zou waarschijnlijk meer kosten dan een vervangend telefoontje.'
Ik knik. 'Daar was ik al bang voor,' zeg ik.
'Hoe lang hebt u hem al?'
'Bijna drie jaar.'
Hij kijkt deelnemend.
'Dat is lang. Er staat twee, drie jaar voor zo'n ding. Hooguit. Als ik u was kocht ik lekker een nieuwe.'
Een illusie armer loop ik buiten in de motregen, in mijn zak het blinde, hoogbejaarde telefoontje.
Gelukkig was het advies van de telefoondokter geheel gratis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten