dinsdag 20 januari 2015

De kalebas van Sherlock Holmes


Een vale sluier hing over de daken. Toen ik laat in de middag naar buiten ging werd ik verrast door een vreemde stilte. Het was alsof ik in een beklemmende droom terecht was gekomen, waarin ik plotseling alleen op de wereld was. Ik moest denken aan Sherlock Holmes.
Een tijdje geleden werd ik benaderd door de Belgische schrijver/performer Vitalski. Hij heeft eerder voor de VRT een serie over Simenon gemaakt en was nu bezig met de voorbereidingen voor een dergelijke reeks, ditmaal over Conan Doyle. Of ik daaraan mee wilde werken? Ik stemde graag toe, al gaf ik aan geenszins een kenner te zijn, slechts een belezen liefhebber. Dat was genoeg, enthousiasme was wat telde, meldde Vital Baeken, zoals zijn werkelijke naam luidt. De weken daarop kreeg ik regelmatig uitvoerige mails van hem. Aan enthousiasme ontbrak het hem in elk geval niet.

Een van de onderwerpen die hij mij toedacht was dat van het roken. Begrijpelijk. Ik ben ooit begonnen met systematische herlezing van de Sherlock Holmes-verhalen om die na te trekken op verwijzingen naar pijproken. Dat bleek nog tegen te vallen: Holmes is een allesroker. In de eerste periode is zelfs meer sprake van sigaretten en sigaren dan van zijn legendarische pijp. En van zijn iconische Calabash, de reusachtige pijp waarmee hij vaak wordt afgebeeld, is al helemaal geen spoor te vinden. Als Holmes een pijp ter hand neemt (veelal om diep na te denken) is dat een oude bruyère, een rozenhouten pijp, een pijp met een lange kersenhouten steel, of een zwartgeblakerd stenen pijpje, ‘his foulest pipe’.
Die kalebaspijp (een pijp waarvan de kop is gemaakt van een kleine, gedroogde en met meerschuim beklede pompoen) hebben we te danken aan de Amerikaanse acteur William Gillette (1853-1937), die in samenwerking met Conan Doyle een toneelstuk schreef over Holmes. Het ging in 1899 in première en werd zo’n 1300 keer opgevoerd; in 1916 werd het verfilmd. Gillette wilde een pijp, zo heet het in verschillende ‘studies’, die goed zichtbaar was vanuit de zaal, en die door zijn diep gebogen steel zijn spreken niet belemmerde en de rook uit zijn ogen hield. Gillette had overigens in meer opzichten een grote invloed op de Holmes-beeldvorming, want eveneens de beroemde frase ‘Elementary, my dear Watson’ is ontsproten aan zijn fantasie, in het werk van Conan Doyle zullen we er tevergeefs naar zoeken.

Zo althans schrijft iedereen van elkaar over.

Maar toen ik eens ging googelen naar afbeeldingen van Gillette als Holmes, bleek hij op geen ervan een kalebas te roken. Wel een forse, gebogen pijp, maar zeker geen kalebas. De vroegste afbeelding van Holmes met calabash vond ik in een still uit de film Sherlock Holmes in New York (1976), met Roger Moore als Holmes en Patrick Macnee als Doctor Watson. En verder speurend vond ik een verhelderend commentaar op een bijdrage in The Briar Files (waarin weer eens Gillette als aanstichter van de kalebastraditie wordt genoemd). De auteur van het commentaar citeert de Conan Doyle-biografie Teller of Tales van Daniel Stashower. Daarin staat dat de eerste kalebaspijpen verschenen in Holmespersiflages uit de jaren ’30 en ’40: ‘Calabashes are found in the hands of Holmes impersonators who did not share Gillette's reverence for the character - such as Abbott and Costello, Robert Woolsey, and the Three Stooges.’


Ik was opgelucht. In mijn vrijwel complete pijpencollectie ontbreekt de kalebas: ik heb die altijd als een nogal bespottelijke karikatuur van de tabakspijp gezien. Soms denk ik dat ik volledigheidshalve ook zo’n ding moet aanschaffen. Maar om Holmes te eren hoef ik het dus niet te doen.

1 opmerking:

Vitalski zei

en dan nog bedenken dat sherlock holmes ooit ook een studie publiceerde met als onderwerp de verschillende soorten van as die ieder soort van tabak apart produceert!