dinsdag 27 januari 2015

Stop de tijd!


In de na-uren van het wintertje van afgelopen zaterdag was ik in het huis van mijn jongste broer. We delen een smaak voor het romantische, mijn broer en ik, maar de verschillen zijn groot. Waar ik mijn omgeving aankleed met wat zo toevallig op mijn pad komt en aan mijn smaak beantwoordt, werkt mijn broer systematisch aan de realisering van zijn gedroomde huis. Ik heb geen visie. Een toekomstvisioen goed voor ogen houden, recht in het vizier, en daar stapsgewijs naartoe werken – hoe benijd ik de mensen die dat kunnen! Eenmaal heb ik het gedaan, met het verwezenlijken van mijn werkkamertje, en de bevrediging die het gaf was groot. Doorgaans is mijn leven één grote improvisatie op een handvol basisthema’s, en de inrichting van mijn woonkamer volgt geen enkel ontwerp, maar is tot stand gekomen door lukrake keuzes uit wat zoal beschikbaar was. Veel daarvan is door andere mensen, mensen met een andere smaak, weggegooid en door mij liefdevol het huis binnengesleept. Het resultaat is niet onaardig, de meeste mensen vinden het hier gezellig en ik ken zelfs één jongedame die beweert dat het bij thuis ‘altijd kerstmis’ is, maar een beetje studentikoos, een beetje bohemien is het wel. Een beetje erg zelfs. Gelukkig heb ik een beroep waarbij die levensstijl past en hoef ik niemand te imponeren met mijn inrichting. Integendeel, mocht de belastinginspecteur ooit opduiken om me ernstig toe te spreken over de rommelige manier waarop mijn btw verrekend is, dan kan ik hem minzaam wijzen op de meubeltjes die bij het grofvuil zijn weggehaald en zeggen: ‘Kijk meneer, ik ben maar een slordige armoedzaaier, ik heb me heus niet verrijkt met uw geld!’
Bij mijn broer is dat wel anders. Hij werkt langzaam toe naar een ideale omgeving waarvan de contouren steeds beter zichtbaar worden. Iedere keer als ik er kom is er een detail verbeterd. Dit keer waren het de gegraveerde wijnglazen. En het schilderij dat bij mijn opa en oma boven het logeerbed hing (en dat eigenlijk mij toebehoort) was opnieuw ingelijst. Het hing boven een kastje met glas-in-looddeurtjes en er stond een kristallen karaf met een amberkleurige drank, waarschijnlijk cognac, voor. Ik deed ditmaal geen poging om het onder mijn jas te stoppen - die karaf stond lelijk in de weg, en voor die grap word ik ook een beetje te oud.
Mijn andere broer en ik stonden met onze rug naar het knetterende houtvuur toe, dat vrolijk brandde in de schouw. ‘Het Laatste Huiselijke Huis,’ zei mijn broer, refererend naar de elvenwoonst in Rivendell, waar de elven zich met poëzie en gezang de tijd korten die niet gekort hoeft te worden, want zij heeft er geen betekenis. ‘Jullie broer is hard op weg de nieuwe pater familias te worden,’ zei een vriend die erbij stond. ‘Ja, daar lijkt het wel op,’ gaf ik toe. Ik bedacht een beetje spijtig dat ikzelf die rol had verspeeld. Mijn huis, dat vroeger resoneerde van de kinderstemmen en vol vrienden was, werd nauwelijks meer door gasten bezocht, feesten gaf ik niet meer en etentjes en ontvangsten organiseerde ik nog maar hoogst zelden. Maar mijn broer heeft nog kleine kinderen. En een visie. Een uitroep die hem in de mond bestorven ligt is: ‘Stop de tijd!’ Om me heen kijkend had ik het gevoel dat hij een dappere en behoorlijk succesvolle poging deed om dat voor elkaar te krijgen. Grappig: bij mij thuis wekt alles de indruk dat het er per ongeluk is neergedwarreld en nooit is opgeruimd, terwijl het er in feite al vele jaren precies zo bij staat; bij mijn broer krijg je de indruk van solide onveranderlijkheid, terwijl de inrichting in werkelijkheid work in progress is. Een pragmatische romanticus, mijn broer. Als de inspecteur ooit bij hem binnenvalt zal hij wantrouwend om zich heen zien, maar ik weet zeker dat mijn broer zijn administratie keurig op orde heeft.

Geen opmerkingen: