vrijdag 29 augustus 2014

Simenon keert terug, opnieuw...


Gisteren werd in Nieuwsuur met veel tamtam de heruitgave aangekondigd van het werk van Georges Simenon, voor het eerst in vijfentwintig jaar. Normaal mijd ik late programma’s die het toch al overvloedig aanwezige en steevast deprimerende nieuws herkauwen, becommentariëren en uitmelken als de pest, maar nu was ik ervoor opgebleven. Licht teleurgesteld ging ik naar bed. Dit was geen nieuws, dit was propaganda.
Ten eerste geeft De Bezige Bij ter gelegenheid van de vijfentwintigste sterfdag van Georges Simenon niet zijn werk uit, maar een eerste selectie van vier boeken in september, nog eens gevolgd door vier in februari. Acht boeken op de honderden die hij schreef, en niet eens zijn beste! Het moet de opmaat worden van een bloeiende reeks, en daar hoop ik dan maar op.
Ten tweede, en belangrijker: nog maar tien jaar geleden bracht uitgeverij Atlas, in zijn Pandora Reeks, ook al een opnieuw vertaalde heruitgave, toen naar aanleiding van de 100e geboortedag van de auteur in 2003, uitgeroepen tot het Simenonjaar. Ook bij die gelegenheid werd er flink op de tamtam geslagen, of moet ik zeggen, op de borst? Van de geplande volledige uitgave van het oeuvre is het in elk geval nooit gekomen: de reeks werd al gauw stopgezet wegens gebrek aan succes. Misschien dat De Bezige Bij daaruit de lering getrokken heeft minder ambitieus te moeten zijn dan zijn voorganger. Een jubileumjaar leidt allicht tot een opflakkerende belangstelling, maar de jaren van Simenons megasucces (zo’n 800 miljoen verkochte boeken!) zijn definitief voorbij en vielen samen met zijn turbulente leven.

Tot het zover het nieuws. Maar daar ging het me natuurlijk ook niet om. Ik was al op de hoogte, had zelfs in een vlaag van overmoed een sollicitatie met proeve van bekwaamheid naar De Bezige Bij gestuurd, waarop geen reactie overigens. Nee, het aardigste van het item was het gefilmde portretje van zoon John Simenon, die door Luik dwaalde. We hoorden hem in Frans gekleurd Engels mijmeren bij het borstbeeld van zijn vader, waar de bronzen pijp weer eens vanaf gejat was, en zagen tussendoor hoe een corpulente heer op leeftijd met hoed en pijp door de straat in Outremeuse dwaalde waar Simenon was opgegroeid – een literaire pelgrim blijkbaar, een van de talloze mannen van die generatie die zich graag met Maigret of zijn bedenker identificeren. John hoeft dat niet te doen, want hij lijkt erg op zijn vader, dezelfde ogen, de neus. Misschien had die ook wel een baseballpetje gedragen, als hij een paar decennia jonger was geweest.
En toen kwam de onvermijdelijke Autoriteit aan het woord. In dit geval critica Elsbeth Etty. Die spuide wat slordige maar smeuïge feiten over het seksleven van Simenon en deed zijn werk af als fijne, ‘charmante’ ontspanningslectuur.
Mijn handen jeukten.


(Illustratie: Simenons kinderen Marie-Jo en John (r) poseren in 1956 als Maigret. Rechten: Fonds Simenon.)

Geen opmerkingen: