dinsdag 30 augustus 2022

Vorm en vrouw (en vent)

De Slimste Mens was afgelopen, de podia en paviljoens van de Uitmarkt werden onttakeld, de zomer was voorbij. Voor een man zonder vaste baan was het omslagpunt niet erg duidelijk, maar het was er wel degelijk: het wankele moment tussen twee seizoenen in, waarop je nog in de modus van zomers lanterfanten staat maar daar niet langer tevreden mee kunt zijn. Werd het niet tijd dat ik aan de slag ging? Veel heb ik als aanstaand AOW'er niet meer te doen maar er moest toch het een en ander worden voorbereid.

Een beetje onrustig, een beetje verveeld, liep ik door het park. Mijn vriendin appte, of ik mee ging wandelen. Ik ben geen flexibel mens, en de dag was al te ver op streek om nog van koers te veranderen. Morgen maar, antwoordde ik. Ik ging zitten op een bankje (bijna altijd hetzelfde, dus ik mag wel zeggen mijn bankje) en haalde een boekje tevoorschijn dat ik op de heenweg uit een weggeefkastje had gehaald. Het eerste daglicht, van Colette. 
Ik had het meegenomen voor mijn zus, die een fan is van de Franse schrijfster (1873-1954) maar die had het al, zoals verwacht. Moest ik het soms zelf lezen?
'Geen idee, je houdt wel van beschrijvend en bloemrijk,' tikte mijn zus.
'Jawel,' antwoordde ik, 'mits het de draperieën zijn rondom gedachtegoed of verhaal. L'Art pour l'art, daar ben ik te oud voor.'
'Dan zou ik het laten liggen,'
besloot ze. 'Het gaat namelijk nergens over. Eén en al draperieën en overpeinzingen.' 
Even later zat ik te lezen. Na drie (korte) hoofdstukken wist ik dat ze gelijk had. Weelderige taal, wollig, kleurrijk en geparfumeerd, associatief op het chaotische af. Ik ging sneller lezen, scande de zinnen op inhoud. Vloog met mijn ogen over bosjes bijvoeglijke naamwoorden heen, skipte natuurbeelden en mijmeringen om bij de essentie van een mededeling te komen. Zo ontblootte ik een paar aardige gedachten. Maar op die manier wil ik niet lezen. Ik klapte het boek dicht en besloot het terug te zetten. Voor de Colette-liefhebber is dit vast een fascinerend boek, omdat het de autobiografische notities van de ouder wordende schrijfster zijn, maar voor een nieuwkomer zit er te weinig vlees aan dit bot. Of te weinig bot onder het vlees, net wat u wilt.

Toen ik La Naissance du jour, zoals het boek in het Frans heet, terugzette in zijn kribbe aan de straat, zag ik een ander interessant boek. Gesprekken met Professor Y, van Louis-Ferdinand Céline. Nooit iets van de man gelezen. De controverse rondom hem (hij was een rabiaat racist en heeft wegens zijn in pamfletten en manifesten beleden antisemitisme in de gevangenis gezeten) had mijn leeslust bij voorbaat bedorven. Maar moest hij geen kans krijgen? Zijn boeken zijn nog gewoon verkrijgbaar, anders dan die van de lelijk door de mand gevallen Karl May met hun verderfelijke culturele toe-eigening en racistische stereotypen, dus zo erg kon het niet zijn.
Bij Céline is iets aan de hand dat vergelijkbaar is, zij het min of meer omgekeerd, met de talige draperieën van Colette. Hier geen weelderige stijl die een gering gedachtegoed maskeert, maar een slimme, satirische inhoud die volledig aan het zicht onttrokken wordt door een lelijke, vermoeiende vormgeving. 

Oordeel zelf:

"Dat is een bekeken zaak!... alle stommiteiten worden geslikt... verslonden... opnieuw gevraagd!... vanaf het moment dat ze maar goed gepousseerd worden!... schaamteloos!... massaal!... Voltaire zei het al!..."
"Ach zo?... Voltaire?"
"Ja! Voltaire!... en we zitten midden in dat bewustzijn!... het bewustzijn van het atomische stuntwerk!... daar zitten we middenin!"

Dit is een volstrekt willekeurige passage op pagina 32. Deze befaamde drie puntjes... van Céline... en zijn uitroeptekens! Vooral die!... maken dat ik dit niet wil (en kán!) lezen!...


Geen opmerkingen: