dinsdag 28 juni 2022

Rep en roer


Het beloofde een stille zaterdag te worden. Het regende een klein beetje, het was donker en tamelijk warm. Ik nam mijn koffie mee naar het balkon. Met mijn boek op schoot keek ik naar de bedrijvigheid in de grote esdoorn. Twee duiven klapten druk met hun vleugels, een merel vloog op. Ik nam een slokje en stelde me de rimpelloze dag voor die zich voor me uitstrekte. Lezen, wandelen, wat pianostudie voor de mis van de volgende morgen. Wijn en pizza, beetje tv, bijtijds naar bed. 
Ping. Ik opende mijn telefoon. Een doorgestuurd appje: 'Hé grote vriend. Kunnen jij en Jan-Paul maandag om 18.00 uur optreden? Hoor graag, groet, R.'

La Passione. In 2011 hadden we na twintig rijke maar roerige jaren een punt gezet achter onze samenwerking. Sindsdien traden we nog maar sporadisch op. Nooit op eigen initiatief, alleen op speciaal verzoek. Het huwelijk van een voormalige weldoener, een informeel setje thuis bij trouwe fans, tussen het aperitief en het voorgerecht. Een enkele keer gaven we na lang aandringen een recital in een kerkje. Eén, hooguit twee keer per jaar het oude vuur oprakelen en dat was het. Drie jaar geleden hadden we voor het laatst onze krachten gebundeld. Toen kwam de pandemie. Ik dacht dat het nu toch echt voorbij was en vond dat wel zo rustig.

Mijn eerste impuls was, toen ik voelde hoe mijn hoofd, na het lezen van het appje, in rep en roer geraakte: afhouden! Zo'n verzoek op ultrakorte termijn kon je met goed fatsoen negeren, redenen genoeg om aan te voeren. Maar voor ik die gedachte goed en wel had uitgewerkt stond ik al met mijn gitaar in mijn handen. Puur uit nieuwsgierigheid: stél dat ik het zou doen, zou ik dan mijn partijen nog kennen na al die tijd? Zo speelde ik Chiove en 'Na sera 'e Maggio en bij de derde poging wist ik alle nootjes weer. Mijn vriendin zegt altijd, het is zo zonde als je iets zo goed kan, en het niet meer doet. In mij begon een strijd van geheel tegengestelde verlangens. Ik wilde met rust gelaten worden en ik wilde muziek maken. Ik vroeg een dag bedenktijd.

De volgende dag had ik verhoging. Na de mis was ik doodop, ik viel in de tuin van mijn vriendin in slaap onder het warme dek van een grijze hemel. In de namiddag kwam mijn zoon met mijn kleinkinderen. Al gauw kwam het dreigende optreden ter sprake. Een paar glazen wijn hadden inmiddels mijn vermoeidheid weggejaagd, ik pakte de gitaar, ooit op Koninginnedag gekocht, die daar altijd geduldig staat te wachten op mijn inspiratie, en zong en speelde Marechiare. Mijn kleindochter die in de keuken aan het helpen was wraps te maken deed er een dansje bij. Mijn kleinzoon, verdiept in de magie van een gereedschapskistje, begon ritmisch door zijn stevige beentjes te zakken. 'Vond je het mooi,' vroeg mijn vriendin. 'Ja!' riep hij.
Ik denk dat op dat moment het pleit beslecht was.

Er kwam een appje met alleen een vraagteken. De bedenktijd was om. 'Het is goed,' antwoordde ik.
'Ik heb er zin in,' meldde mijn collega. Ik dacht even na en tikte: 'Ik voorzichtig ook.'


(Illustratie: Carla Baarspul, 1999)


Geen opmerkingen: