vrijdag 17 juni 2022

LOIRE


Niet iedereen bewaart boeken. Een vriend van me geeft ze weg zodra hij ze uit heeft. Hij is een belezen man maar dat kun je aan zijn huis niet zien. Een gelijkgestemde buurtgenoot had zijn of haar reisgidsen over de Loire in het weggeefkastje aan straat gezet direct na terugkeer in Amsterdam, dan kon ik zien aan de kleefbriefjes met plaatsen en data die her en der uit de boeken staken: 8 juni 2022, dag 3. Kasteel Chambord. Ik nam de gidsen mee omdat ik anders dan de vorige bezitter hoopte de Loire-vallei nog eens opnieuw te bezoeken. The Rough Guide en zo'n rijk geïllustreerd deeltje Dorling Kindersley Travel Guides, zo goed als nieuw. Daar moest maar een plaatsje voor gevonden worden in mijn uitpuilende kasten.

Op het balkon bladerde ik er wat in. Dat Château de Chambord, daar was ik ooit met mijn ouders geweest, eeuwen terug. De romantische dichter François René de Chateaubriand was er enthousiast over, las ik ('Als de haren van een vrouw die wuiven in de wind'), maar Henri James schreef vernietigend: 'Het hele geval was monsterlijk ... een overdrijving van een overdrijving.' Zelf had ik het ondanks de verbluffende proporties nogal saai gevonden. 
Bij een plaatsnaam in de hoek van een kaartje hield mijn blik halt. La Charité-sur-Loire... Dat riep een warme herinnering op met een verontrustend scherp bijsmaakje. Ik stond op en trok mijn reisdagboeken uit de kast. Bourgondië, 1981. 
Daar was het, maandag 13 juli:

'De weg verder brengt ons door kalere, graanrijkere streken, het landschap van de Loire-vallei gaat overheersen. Een vliegje vliegt mijn mond binnen en landt op mijn zachte verhemelte en maakt dat ik, met têre luchtwegen van koffie en morgensigaret, moet kotsen. Het kalere landschap, hoog en wijd, samen met het slechte weêr en de depressie die sinds de vorige dag over me hangt, doen me regelmatig huiveren. 
We komen door een groot bos, Forêt de Donzy, we zien een everzwijn, een en al samengebalde kracht, achter een hek. In een dorpje, Narcy, eten we in een café, waar boeren over dialectverschillen en Giscard praten en Ricard met siropen drinken, een omelet met frites. Niet bevorderlijk voor de maag. Een sombere atmosfeer overheerst. Het landschap van hier tot Charité is open en kaal, met slechts af en toe wat bos. Ik voel me zeer onbehaaglijk. Eindelijk in La Charité-sur-Loire, blijken de hotels, mogelijk in verband met 14 juli, allemaal vol. Wanhopig, moe, bezweet en gespannen fietsen we de hoge straten heen en weer. De drukte maakt ons dol. Vervloekt zij deze plaats voor immer! Na op het station de vertrektijden van de treinen naar Parijs en Nevers (eventuele uitwijkmogelijkheden) te hebben bestudeerd, proberen we een laatste kans: twee hotels over de Loire. Op wat een eiland in de rommelige, zanderige, zéér wijde rivier blijkt te zijn vinden we onze laatste troef, Hotel Le Bon Laboureur, open, gastvrij en duur. Voor 125 franc een luxe kamer met ligbad in een villa-achtig bijgebouw dat zich slingert rond een besloten tuin met bomen en terras. Een oase: de hoteldame, gesoigneerd, is vriendelijk, brengt ons bier op het terras, maakt een praatje over haar kat (grijze, 'afgestorven' staart). Opluchting. Wat smaakt het bier! Uitgebreid baden, lezen.
Een ritje de stad weer in, over de brede Loire, is als duizend naalden in mijn getergde, door warm bad en stilte ontspannen, maar o zo kwetsbare zenuwen. Postkantoor al dicht en waarschijnlijk gesloten morgen, dus oppassen met geld. Om half acht aan tafel. Kir, rillettes d'oie à la Périgord (heel fijne paté/pastei), poulet sauté au Sancerre of zoiets, gebakken aardjes, andijviesla, bresse bleu, glace, koffie, rode Loirewijn erbij. Al uitgekleed, komt er een optocht voorbij, we gaan nog even kijken: majorettes die sprongetjes maken, fanfare, lampionnen en fakkels, door de gewichtige politiemannen vastgehouden. Slaap.'

Naast al die pleinvrees (die mijn kritische blik van nu deels aan de opeengestapelde katertjes van dit soort genotzuchtige reizen denkt te kunnen wijten) herinnerde ik me ook een tegengestelde ervaring, een van opgesloten zijn. Dat bleek echter niet in dit laatste hotel te zijn geweest, maar aan het frisse en vrolijke begin van onze fietsvakantie, maandag 6 juli, in het plaatsje Mailly-la-Ville, aan de Yonne:

'Wandeling langs de Yonne bij zonsondergang. Bij het naar bed gaan het gedenkwaardige incident van de wc-deur die niet open ging, en de ontsnapping door het raam, via kreupelhout en brandnetels & de slaapkamer van de dochter des huizes: de grinnikende blik de volgende morgen van de baas en de dochter...'

Ik zie nog de openvallende mond van het meisje voor me, toen er een warrige jongeman in pyjama in haar raam verscheen die iets verontschuldigends mompelde terwijl hij naar binnen klauterde en snel door de deur verdween, nog voor er van gillen sprake kon zijn. 


Geen opmerkingen: