vrijdag 10 juni 2022

AVONTUUR


Het was een doffe, natte dag. Ik liep door het park en dacht met weemoed aan mijn kleine reizen van de afgelopen jaren. Ongeacht welke: elk verblijf van twee dagen of langer in een huis, tent of hotel ergens buiten de stad had een speciale glans. Ik herleefde alles met een glimlach en met pijn in het hart omdat het voorbij was en nooit terug zou keren. Wel zou ik die plaatsen nog een keer kunnen bezoeken en daar verlangde ik plotseling hevig naar. 

Thuis zocht ik op mijn telefoon de foto's op. Eerst nog met voldoening, maar algauw met een gevoel van oververzadiging dat in twijfel omsloeg. Wat restte er van die reisjes behalve deze obligate kiekjes? Daar zat ik weer met een glas en een gevuld bord in een kroeg, restaurant of op een terras - was het niet alleen maar verkapte genotzucht, dit soort toerisme, reizen en je moe maken, om je aan het eind van de middag lekker te kunnen laten verwennen?
Ik schudde mijn beginnende somberheid van me af en zocht onze volgende aanlegplaats op. Binnenkort moest ik voor literaire zaken in België zijn en we waren van plan een nachtje in Ossendrecht te logeren, net voor de grens, in de Volksabdij Onze Lieve Vrouw Ter Duinen. Herhaling van zetten, maar we hadden het er fijn gehad in 2019 en 2020, dus waarom niet?

Ik wilde gaan boeken maar kon de link naar reserveringen niet vinden. Toen pas zag ik de voetnoot: Het hotelgedeelte heeft momenteel een maatschappelijke functie. Wat een groot budgethotel met vele kamers voor maatschappelijke functie te vervullen heeft laat zich raden. De oorlog in Oekraïne kwam weer een stapje dichterbij. Het bestuur van de abdij suggereerde een alternatief, het voormalige grootseminarie Bovendonk, een neogotische monstruositeit van Cuypers met 52 kamers, eveneens een 'leerhotel'. Vooruit dan maar. Maar die 52 kamers waren allemaal bezet, waarschijnlijk door een congres; net als de Volksabdij is het gebouw vooral conferentiecentrum. Wat nu? Lusteloos begon ik plaatsen in de buurt te overwegen, tot aan B&B's toe. Loewieke beloofde ons Brabantse gastvrijheid, kakelverse eitjes en een regendouche. Geen enkele plek leek me echter zo aanlokkelijk als de Volksabdij waar ik drie jaar geleden per toeval beland was. 

Per toeval beland... Drie jaar geleden ging ik nog op avontuur. Wat is er intussen veranderd dat ik me zo vastklamp aan vertrouwde pleisterplaatsen? Vroeger ging ik nóóit twee keer naar dezelfde vakantiebestemming en maakte ik me een beetje hooghartig vrolijk over de honkvaste vakantiegangers van de stacaravan of het jaarlijkse hotelletje waarvan ze de baas inmiddels bijna een vriend mochten noemen. Heeft de onzekere periode waarin we leven me zo gemaakt?
Ik zou het graag denken. Maar ik denk dat er meer aan de hand is. Door een vroegere verblijfplaats op te zoeken is het een beetje alsof je het verleden kan overdoen, alsof je de tijd kan doen stoppen. Het is iets dat hoort bij het ouder worden. Consolidering - dat is wat we willen, wij bejaarden! Te veel leeftijdsgenoten takelen af of zijn ziek, vrienden zijn gestorven. Wanneer zijn wij aan de beurt? Als de toekomst er zo onzeker uitziet is het verleidelijk om het verleden te gaan kopiëren. Hup, copy paste, voor een paar dagen onder de pannen en veilig voor verval.

De volgende dag scheen de zon. Ik lachte om mijn laffe stemming van de vorige dag en ging moedig op zoek naar bestemmingen verderop. Wel zover als Roosendaal durfde ik te dromen. 


Geen opmerkingen: