woensdag 11 augustus 2021

REGENFEEST


Een stevige wind blies over de weilanden en trok aan de bomen, soms met een nijdige ruk. Als rechtgeaard meteoropaat word ik daar onrustig van. Ik kon mijn aandacht redelijk goed bij het boek houden dat ik een beetje afzijdig van de kampeerclub zat te lezen, maar merkte dat ik de dingen minder op hun beloop liet dan vorig jaar, toen het prachtig zomerweer was geweest. Een zeker ongeduld, de dagen gingen veel te snel voorbij: wanneer gingen we nou eens kubb spelen of boogschieten, beste uit zes pijlen? En hoe laat ging de barbecue aan?

De wolken waren elk moment anders; het was interessant weer, zoals we zeiden. Die regen was het ergste niet. Die kwam en ging - halen en brengen. Zelden regende het hard of lang genoeg om je onaangenaam nat te maken, en dan waren er altijd nog paraplu's. 
Vermoeiend was wel het steeds bedacht moeten zijn op verplaatsing. De gezamenlijke loungeplek was in de luwte van de appelbomen. Een kleine douche negeerden we stoer, zeker als de zon erbij scheen, maar als het langer leek te gaan duren werd rap het onderzeil om de bonte haremkleden en kussens heengevouwen en moesten we vluchten naar de vervallen, voor de gelegenheid behaaglijk ingerichte schapenschuur. Daar waren matrasjes en stoeltjes, kaarsen en lantaarns, om maar te zwijgen van een voorraadkast met vele flessen mede, in varianten van kastanje tot dennen en gember, voor als het later werd, en koeler.


Vier dagen duurde het feest. Maandagmiddag waren we weer thuis. We bestelden pizza's, dronken nog een paar biertjes en keken A Hitchhiker's Guide to the Galaxy omdat we het daar bij het kampvuur over hadden gehad; ik snapte er weinig van, dat lag aan de film denk ik. Om negen uur sliep ik. Om twee uur was ik weer klaarwakker en liet alle beelden van de afgelopen dagen voorbijkomen.
Daarmee was het wel verwerkt, dacht ik de volgende morgen. Ik had ook gedacht dat ik opgelucht zou zijn, omdat ik mijn gewone routine weer op kon pakken na al die drukte en gezelligheid.
Maar ik had zwaar de blues. Mijn dochters waren naar hun werk. Wat moest ik in dit lege huis, midden in deze rommelige zomer, met niets om handen dat mijn aandacht kon vasthouden, zonder werk of verplichtingen? Ik wandelde mijn gewone wandeling, deed mijn gewone dingen, in een oorverdovende stilte. 



1 opmerking:

Roberto zei

Het ligt niet aan jou: de boeken van Douglas Adams wordt door deze matige film beslist geen recht gedaan!