vrijdag 27 november 2020

TERRY JONES


Ze kwam laat thuis, het was na middernacht. Toen ze haar fiets had vastgemaakt aan de boom en naar binnen wilde gaan zag ze dat de buitendeur niet in het slot was gevallen. Haar huisgenoten trokken die altijd goed dicht dus er moest een vreemde binnen zijn geweest. Misschien een pakjesbezorger, die zijn kind aan huis dezer dagen. Terwijl ze de trap beklom, pakte ze haar telefoon uit haar jaszak, deed Spotify uit en zette haar koptelefoon af. In plaats van de verwachte stilte hoorde ze geroezemoes. Ze opende de huisdeur. Het geroezemoes bleek een onbekende, sombere mannenstem te zijn. Ze bleef staan met de klink in haar hand. De mannenstem sprak in een vreemde taal. Een andere mannenstem antwoordde, even vreemd, even somber. Ze sloop verder met de schrik om het hart. Alles was donker maar uit de studeerkamer kwam een zwak lichtschijnsel. Ze hield haar adem in en keek voorzichtig om de hoek van de deur.
'Jezus, ben jij het,' zei ze. 'Ik kreeg zowat een hartverlamming. Wat ben je aan het doen, waarom ben je nog op?' Haar vader klikte YouTube weg en draaide zich om. Met zijn witte naakte lichaam deed hij haar denken aan Terry Jones achter het orgel, in de befaamde scène van Monty Python. 

Ik had al om elf uur mijn licht uitgedaan en was me net lekker aan het voorbereiden op een diepe slaap toen het gedicht dat ik aan het vertalen was door mijn hoofd begon te spoken. Het draaide maar rond en rond om die ene zin, die ik nooit goed begrepen had. Ik had allerlei oplossingen bedacht, maar nu sloeg de twijfel weer toe. Wat nou, dacht ik, terwijl ik me van mijn ene zij op mijn andere draaide, wat nou als dat 'Qui' geen betrekkelijk voornaamwoord is, maar het begin van een nieuwe zin? Dat zou een heel andere betekenis geven. Louis Aragon gebruikte geen leestekens, en dat zorgt soms voor problemen. Na een tijdje te hebben gepiekerd en vruchteloos de slaap te hebben gezocht wierp ik het dekbed van me af en liep naar de computer. Ik zocht op YouTube en vond twee versies van het gedicht Vingt ans après, gedeclameerd door native speakers. Allebei mompelden ze op de schijnbaar onaangedane toon die bij het voordragen van Franse poëzie hoort. Ze walsten gladjes over de passage heen. Als er bij Qui al een nieuwe zin begon, dan hadden de beide Franse voorlezers dat ook niet begrepen. Ik was gerustgesteld, maar spoelde voor de zekerheid terug om nog eens te luisteren.
'Jezus, ben jij het,' hoorde ik achter me. Ik draaide me om en keek in de grote ogen van mijn dochter. Ik bedacht dat ik eruit moest zien als Terry Jones achter het orgel. Ik trok de bijbehorende grijns.


Geen opmerkingen: