dinsdag 10 december 2019

BOS

Ik ging naar de Beurs van Bijzondere Uitgevers. Wat ik me daarbij had voorgesteld was aangenaam genoeg: wat snuffelen in kraampjes, bladeren in boeken, oude bekenden ontmoeten misschien, nieuwe contacten opdoen, wie weet. Lobbyen, bibliofilie en een zondags uitje ineen.
Maar zodra ik de grote zaal van Paradiso binnenkwam beving me een hevige  tegenzin. Ik bezag de zee van boeken en de zee van boekenmensen en wilde meteen rechtsomkeert maken. Voor de vorm en om het gevoel te hebben dat die vier euro niet helemaal voor niets waren uitgegeven maakte ik een rondje. Ik sloeg zelfs een boek open. Het was een mooi boek, maar niemand zat erop te wachten. Misschien dat de buren er de verdiensten van konden inzien, maar die hadden zelf al een stal vol boeken om onder de aandacht te brengen. Ik zag een bekende, maar die stond, precies zoals een paar jaar geleden, bij het kraampje van de Parelduiker druk te praten en te lachen en ik had de moed niet hem aan te schieten. Hij hoorde ergens bij, ik was hier vreemd. De portier zag me met enige verbazing alweer gaan (of verbeeldde ik me dat maar?) en wenste me een goedemiddag. Buiten zette ik er flink de pas in. Het waaide flink. Het was een lange herfst geweest maar nu waren de bomen uiteindelijk toch kaal geblazen.
Juist toen ik mijn huis naderde draaide de auto van mijn vriendin de straat in. We gingen een boswandeling maken en daarna ergens zwijn of hert eten.
'Jij was snel klaar,' zei ze.
'Ja, ik werd er plotseling heel ongelukkig van.'
'Was er niets moois bij, niks interessants, geen potentiële uitgever voor je nieuwe boek?'
'Vast wel. Maar het stond me ineens zo tegen, al die mensen die onvermoeibaar mooie dingen maken die niemand wil hebben behalve een paar vrienden. In een gewone boekenwinkel kan het me soms al overvallen. De overdonderende veelheid van de dingen. Het gevoel dat het allemaal zo futiel, zo zinloos is.'
Mijn vriendin wilde niet meegaan in mijn zwarte stemming en zei relativerend: 'Je ziet door de bomen het bos niet meer?'
'Precies. Laten we het daar maar op houden. Op naar het Gooi!'
In het bos was het lekker kaal, donker en modderig. Er scheen een fijn halvemaantje dat de plassen deed glinsteren. Een hartige wildstoof maakte korte metten met het laatste restje cultuurpessimisme.


1 opmerking: