vrijdag 18 oktober 2019

SHAWL

In mijn haast om na de repetitie op tijd te zijn voor een afspraak was ik mijn shawl vergeten. Dat nam ik tenminste aan, want ik kon hem nergens vinden en die morgen had ik hem nog om mijn keel gewikkeld, vlak voor of nadat ik mijn hoed had opgezet.
Ik belde het buurthuis waar we hadden geoefend. Een donkere stem begreep me slecht maar bood aan een collega te roepen.
Een vrouw kwam aan de lijn. Ik legde nogmaals uit waarvoor ik belde. Ik hoorde flarden van gesprekken, gekraak, gerommel - blijkbaar liep ze naar de garderobe. Hoe ziet-ie eruit, wilde ze weten. Dat overrompelde me. Ik kwam niet verder dan 'wol' en 'grijs'. 'Grijsachtig', als ik erg mijn best deed. Ze fronste hoorbaar en zei aarzelend: 'Er hangt hier wel een wollen shawl, maar die is meer bruinig.'
'Bruinig, dat kan ook,' gaf ik toe.
'Heeft hij blokjes?' Ik begreep dat ze ruiten bedoelde. 'Een rode streep?'
'Kan best,' zei ik. 'Er zit wel een patroontje in geloof ik - ik weet het niet precies.' Ik geneerde me dat ik mijn eigen shawl zo slecht kende.
'Hij hangt hier bij de jassen. Maar misschien is hij van iemand anders. Ik kan hem zomaar niet weghalen.'
'Zijn jullie open? Dan kan ik even komen kijken.'
'Ja, we zijn nu open. Ik ben er tot één uur. Vraag maar naar Shirley.'

De zaal in Bos en Lommer die zondagmorgen onderdak had geboden aan de operettevereniging was nu gevuld met etende en drinkende senioren. Er hing een geur van soep, koffie en frituur. Achter de bar stond een sikh met een reusachtige grijze baard. Hij wees met zijn duim naar een tafel. Een Hindoestaanse vrouw stond op, ik stelde me voor en gaf haar een hand. 'Shirley,' zei ze, 'loopt u maar mee.'
Ik had weinig hoop gehad maar al op een paar meter afstand herkende ik mijn das. Hoe had ik dat kunnen vergeten? Een aantal jaar geleden liep wie het kon betalen met een Burberry shawl. Ik was toen modieus geweest, want deze das had een soortgelijk ruitje, en grofweg dezelfde kleuren.
'Dat is hem!' riep ik verheugd. 'Hij is van mijn schoonvader geweest,' legde ik uit.
'Een aandenken,' begreep Shirley. Ze glimlachte.
Ik sloeg hem om en liep de regen van gele bladeren in, met blije tred.
Ik had mijn ouwe das terug waarvan ik tot vijf minuten geleden niet eens de kleur had geweten, maar het was alsof ik een cadeautje had gekregen.