Niet met weemoed, en ik luister niet eens naar hun muziek. Eerder uit gewoonte denk ik. Ooit was de romantisch-ironische folkrock van de band rond de Schotse fluitist/zanger/gitarist Ian Anderson synoniem met de weemoedige sentimenten die door het seizoen werden losgewoeld. Later zocht ik die oude gevoelens op door de muziek te draaien die ik ermee verbond. Nu is dat alles verleden tijd, maar de interesse is gebleven. Herinneringen aan het herinneren. Laat ik er een woord voor verzinnen, gewoon voor de lol, en omdat het op de een of andere manier Tull-achtig klinkt: metamnemetisch.
Ik kijk naar een foto. Mannen met baarden en bossen haar, maar gekleed als Britse landadel. Romantische ironie. Het is de hoesfoto van een plaat die met de terugwerkende kracht die mythologisering wordt genoemd deel uitmaakt van een 'trilogie van folkrock albums' (aldus Wiki). Keltische dansdeuntjes en scheurende gitaren. Songs from the Wood, Heavy Horses, Stormwatch. Het is de periode van dit drieluik ('77-'79) die me tegenwoordig het liefst is. Ian Anderson rookte pijp toen, net als toetsenist/arrangeur David Palmer. Mandolines en tinwhistles gaven de donkere liedjes een lichte, feeërieke toets.
Ik luister niet naar de muziek maar de interesse blijft. Ik zoek op YouTube naar wat er in 2019 over is van de band die ooit, lang geleden, zo cool was, dat het mooiste meisje van de klas het intro van Locomotive Breath op de piano speelde. Hip of cool zijn ze allang niet meer, al ruim veertig jaar niet meer, maar ze hebben wereldwijd een trouwe achterban: voornamelijk young elderly persons, maar ook jongeren die naar een ander tijdvak verlangen. Ian Anderson, een gewiekst zakenman en inmiddels puissant rijk, exploiteert het erfgoed van de band met nietsontziende ijver. Deze maand verschijnt de zoveelste luxe jubileumeditie - dit keer van het veertig jaar geleden verschenen album Stormwatch. Een cassette met meerdere mixen van het origineel, een remix, een live concert, een musicologisch/anekdotisch commentaar en vele bonus tracks. Twintig jaar geleden zou ik het nog braaf hebben gekocht, maar er zijn grenzen aan loyaliteit.
Ian Anderson treedt ook nog op, met de zoveelste versie van JT. Hij kan al heel lang niet meer zingen en de laatste jaren is dat onvermogen écht pijnlijk geworden, dus die video's mijd ik liever. Tenzij ik eens wrang wil lachen: ironie zónder romantiek.
Anderson is de CEO van een firma. Hij is het type charismatische egocentricus dat niemand naast zich duldt. Slechts onder zijn leiding kan er gespeeld worden. Gitarist Martin Barre heeft het nog het langst uitgehouden. Ik zie hem oud repertoire van Tull spelen, met een paar jonge meiden die wél kunnen zingen. Met zijn pluizige sneeuwwitte haar oogt hij als een vriendelijke opa. Hij heeft er lol in. Eindelijk weg uit de schaduw van die dwingeland Anderson, je ziet het hem denken. Liever nog zou hij waarschijnlijk zijn eigen stukken spelen, maar dat vult geen zalen.
En wie speelt daar toetsen? Wie is die oudere dame met steil, zilverblond geverfd haar? Ach, het is David Palmer. Na de dood van zijn vrouw is hij uit de kast gekomen als interseksueel. Een geslachtsoperatie draaide de operaties van zijn kinderjaren terug en maakte hem Dee Palmer.
Through Darkened Glass is de naam van de plaat, die in 2018 verscheen. Maar ik denk eerder aan vaseline op de lens.
1 opmerking:
"We're riding back to yesterday" riep bij mij de vraag op hoe Anderson aankijkt tegen de Brexit. Ik heb er wat op gegoogeld en wat ik vond viel mij mee. Hij kijkt er min of meer genuanceerd naar, zonder zich duidelijk voor of tegen uit te spreken. In een democratie kan het wel eens anders uitpakken dan je verwacht, vond ie. Over Trump was hij helderder.
Ik meende me te herinneren dat Anderson in het verleden wel eens nationalistischer uit de hoek kwam. Maar misschien was ook dat meer ironie dan wat anders.
Een reactie posten