De mannen van het festival hadden lamswollen truitjes aan onder hun jasje. De een was haarfijn gekapt, de ander gladgeschoren. De kale was in de buurt opgegroeid. Hij had, in zijn enthousiasme, nog steeds iets van een schooljongen: de ideeën fladderden als voorjaarsdronken vlinders uit die kale schedelpan. Ik keek ze na, vond ze bijna allemaal even mooi, en moest lachen om zoveel spontane verbeeldingskracht. Ook zijn partner glimlachte, maar fijntjes, net zo fijntjes als dat Merino truitje van hem en dat in model geaaide kapsel. Ook hij had iets jongensachtigs, maar dat beperkte zich tot zijn uiterlijk. In het duo was hij degene die, toegeeflijk en geamuseerd, en soms verbaasd, op de rem moest gaan staan, en concrete zaken als budget en logistiek moest stellen tegenover de buitelende ideeën van de ander. Ik schatte hem van mijn leeftijd, de Osdorpse fantast was een jaar of tien jonger. Achter het duo lag de plas. Rimpelend water, zilverblauw, onder een egaal blauwe lucht. De zon scheen recht in mijn gezicht. Ik besefte dat ik te snel te veel zonlicht binnenkreeg, op deze uitbundige bijna-eerste lentedag, maar in de sfeer van plannenmakerij en theatrale visioenen zou het afbreuk doen aan mijn geloofwaardigheid als ik in een terzijde zou aankondigen, dat ik even uit de zon wilde gaan. Tenminste, dat dacht ik, op een diep niveau ergens in mijn hersenpan, onder de meedenkende, luisterende, vertellende en plannende supervisor. Dan zou het zijn alsof ik uit een rol stapte; alsof ik alleen maar veinsde enthousiast te zijn maar in feite voor het geld aan deze tot vergadertafel uitgeroepen picknicktafel in een grasveld zat. Nee, dan maar een rode kop. Zo denkt en besluit een mens van alles zonder het op dat moment werkelijk te beseffen.
Thuis waren mijn dochters al bezig met het voorbereiden van het avondeten, wist ik meteen toen ik de deur open deed en een geur van hete olie, knoflook en specerijen opsnoof. Mijn humeur, dat toch al goed was, werd nog een streepje beter. Onverwachts niet te hoeven koken is een traktatie voor wie het bijna dagelijks doet. Ik vertelde van de festivalplannen en liet een van de ideetjes van de jongensachtige kale op hen los - Executive Producer Marketing & Sales was hij, zag ik op het kaartje dat hij me gegeven had. Het idee viel in goede aarde, en we stoeiden er een tijdje mee rond. Maakten prachtige plannen, die zich al snel verwijderden van het moederidee en er uiteindelijk nog slechts zijdelings mee te maken hadden. U hoort er nog van - of niet, natuurlijk.
Als je zonder enigerlei vorm van doping of stimulans zo enthousiast kunt raken, dan weet je dat het lente is. En ik weet dan, dat ik op de rem moet gaan staan - ik ben mijn eigen zakenpartner daarin, mijn eigen Executive Producer. 'Nou niet meteen scenario's gaan uitwerken tot diep in de nacht,' weet die verstandige vennoot, 'slaap er eerst maar eens een nachtje over, en kijk wat er morgen van overblijft.'
Ik heb meer dan eens gezegd dat ik het vermogen van mijn katten om in het nu te leven benijd, maar hierin ben ik superieur aan deze jongens. Zij slenterden hongerig en ontevreden door het huis, klierig voorwerpjes omver gooiend of hun nagels scherpend aan gordijn of stoel, kien op elke open kierende deur, doordrongen van niets anders dan het verlangen, die grote, geurige en hel-lichte buitenwereld, vol vette vogels, te gaan verkennen, zonder enige temperende bijgedachte. Ik had met ze te doen.
2 opmerkingen:
Een prachtig, rondsluitend stuk proza.
Een reactie posten