vrijdag 1 april 2016

VERHALEN


De hele dag stond in het teken van verhalen. Aan het eind ervan las ik Bleak House van Dickens uit, en ik nam in gedachten mijn hoge hoed af voor de meesterlijke manier waarop de chroniqueur van het Victoriaanse tijdperk al zijn plotlijnen, ieder in een geheel eigen register getoonzet, bij elkaar bracht. Op pagina 989 had ik het voldane gevoel dat de levens waarover ik gelezen had, fictieve levens van lang geleden, tot een bevredigende conclusie waren gebracht. Ook al was hun einde soms dramatisch, het was zinvol, het paste in een verhaal, hier was niet voor niets geleefd. Ik vind niets zo ontroerend als een goede epiloog: je hebt een boek lang met personages meegeleefd en krijgt in kort bestek te horen hoe het verder met hen ging - of zal gaan, want Dickens schrijft sommige verhaallijnen in de tegenwoordige tijd. Die panoramische blik op onze aardse wandelingen, vanuit de ruimte waarin de alwetende verteller huist, geeft me altijd een merkwaardig behaaglijk, bijna religieus gevoel. Een weemoedig soort veiligheid. Alles gaat weliswaar voorbij, maar is onderdeel van een grote, overzichtelijke vertelling.

Maar het leven is geen roman van Dickens. Kon je het maar zo bezien! Ik las laatst in de krant een interview met een filosofe of psychologe. Die zei, dat wat we onder onze 'identiteit' verstaan samengesteld is uit de verhalen die wij onszelf vertellen over onszelf, én de verhalen die anderen over ons vertellen. Zolang er verteld wordt is er een gevoel van vebondenheid: wij hebben een omschreven plaatsje in het geheel. Wie wordt doodgezwegen en zichzelf niets meer wijsmaakt raakt in hopeloos isolement.
Misschien vanuit die gedachte heeft de Anbo een project Levensverhalen geïnitieerd. Schrijvers worden gekoppeld aan hoogbejaarden om in een reeks van interviews hun verhaal op te tekenen. Het resultaat verschijnt in boekvorm, in miniatuur oplage: in principe alleen voor de verteller en zijn of haar familie; maar kiezen die voor de openbaarheid, dan mogen ook belangstellenden een exemplaar bestellen, de Vanity Press is geduldig.
Bij de presentatie van de vorige editie trad ik op, met Joch, toen 86 jaar. Het idee ontstond ter plekke: deze gitarist was ook schrijver, en hij kende zijn zangeres goed, dus... Waarom niet? Het project was natuurlijk bedoeld om oude mensen te helpen hun leven zinvol af te ronden, zei de organisatrice, maar je zult zien hoe goed het voelt om je zo dienstbaar te maken voor iemand anders. Daar had ik wel oren naar. Ik moet natuurlijk oppassen dat ik de huur kan blijven betalen, maar ik beleef tegenwoordig het meeste plezier aan werk waarmee ik anderen een plezier doe - de jaren van het najagen van ijdele zelfbevestiging zijn, zo goed als, voorbij. De week daarop wapende ik me met Moleskine schriftje en recorder en trok naar Slotervaart. Even later zaten we in de Jordaan van de jaren '30, het begin van Jochs verhaal.

Gisterenmiddag rondden we het boek in wording af. Het was winter geweest en ondertussen lente geworden. Grote wolken zeilden langs het hoge balkon. Onder me zag ik de trein voorbijrijden over de spoordijk waar we vroeger, op de middelbare school, onze Bacchanalen hadden gehouden en onszelf overmoedig een plaats in een vertelling van mythologische proporties hadden toegedacht. Ik las een bladzij voor. Voorwaarde voor de reeks is dat de boeken in de ik-persoon worden geschreven. Ik had geprobeerd om me in Jochs manier van praten te verdiepen, zonder al te veel in letterlijke spreektaal te vervallen. Ik keek op van mijn A-4tje en zag haar ogen glimmen, ze lachte verrukt om een anekdote die ze zelf had verteld, en die nu, door mij opgeschreven en voorgedragen, als het ware officieel was gemaakt. Bij het weggaan kreeg ik een warme knuffel.
In de auto verwijlde ik nog even in de verschillende periodes van haar leven, een niet zo héél bijzonder, vooral gelukkig leven, ze had het een 'acht' gegeven. Ik dacht aan mijn kleindochter, die haar verhaal nog helemaal moet beginnen, eerste alinea, eerste bladzij, eerste hoofdstuk. De gedachte dat er over zevenentachtig jaar een biograaf bij haar op de bank zou zitten, met een kopje koffie voor zich en een Moleskine schriftje op schoot, was absurd.



Geen opmerkingen: