dinsdag 29 maart 2016
OPA
Hoe het is om vader te worden, dat wist ik. Dat heb ik drie keer mogen meemaken. De vader heeft het natuurlijk lang zo zwaar niet als de moeder, maar hij is wel heel direct betrokken bij de bevalling. De tijd dat hij kettingrokend op de gang ijsbeerde is allang voorbij. Hij staat ernaast, de aanstaande vader, puft mee, lijdt inwendig mee, zijn hand wordt vermorzeld door de greep van de persende moeder, hij probeert zijn hoofd helder te houden en de verbindende schakel tussen zijn barende vrouw en de medische staf te zijn - tot uiteindelijk de spanning te groot wordt, het overkoepelende bewustzijn hem ontglipt en hij net zo weerloos door de gebeurtenissen wordt meegesleept als zijn partner. Als alles voorbij is mag hij als beloning voor zijn machteloze inzet de navelstreng doorknippen, als een lintje waarmee hij ceremonieel een nieuw leven opent.
Nee, dan de aanstaande opa! Hier is veel verborgen leed, de aanstaande opa's vormen een vergeten groep. De opa mag en kan niks. Hij is er niet bij, maar is ook nergens anders. Hij wacht maar af tot het verlossende telefoontje komt.
Zaterdagmiddag lag ik lam op bed uitgestrekt. Ik keek naar de wolken. Ik had geprobeerd om gewoon door te werken maar ik had me niet kunnen concentreren, mijn empathie maakte dat ik met mijn aandacht elders was, in een ziekenhuis tien, vijftien kilometer verderop.
Om vier uur kreeg ik een sms'je over de stand van zaken, het aantal centimeter ontsluiting, en dat het nu wel snel zou gebeuren. Daarna verdiepte het wachten zich tot een soort activiteit, op bed liggen ging niet meer, als een ouderwetse vader ging ik ijsberen. Ondertussen maakte ik rekensommetjes. Om acht uur moest ik in de kerk zijn voor de Paaswake. Hoeveel tijd had ik om nog even op en neer naar Zaandam te gaan? Als het nou een beetje opschoot paste het allemaal nog net.
Half zeven, ik had net een rommelig maal naar binnen gewerkt, rinkelde eindelijk mijn telefoon. Godzijdank geen loos alarm, geen energie- of telecommunicatieaanbieder: op het display lichtte de naam van mijn zoon op. We praatten, mijn zoon was schijnbaar zijn laconieke zelf maar ergens halverwege een zin kwamen de tranen. Ik kon het me zo verschrikkelijk goed voorstellen, ik wist nog zo goed hoe het was geweest, dertig jaar geleden, toen ik mijn ouders had gebeld - al kan ik me niet herinneren hoe dat precies ging: gsm's waren er nog niet; stond er een telefoon in de verloskamer, moest ik naar een muntjestelefoon in de gang? We spraken af dat ik direct na de dienst zou bellen, hij voorzag dat ik nog wel even langs kon komen, van slaap zou voorlopig toch wel geen sprake zijn.
In de kerk werd een zee van kaarsen aangestoken. De overwinning van het leven op de dood werd gevierd, de opstanding van Jezus uit het graf. Met mijn eigen ontstoken kaarsje in mijn hand zat ik achter de piano. De pastoor ging er eens lekker voor staan en haalde theatraal uit, koos zijn woorden op zijn gemak, nam alle tijd. De klok sloeg. Tien uur. En we waren pas op de helft van de ceremonie! Ik speelde zo mooi als ik kon, haasten had geen enkele zin, ik moest het maar uitzitten. Maar zelden heb ik met zo'n gemengd gevoel muziek gemaakt. De muziek was mijn vijand geworden, ze pestte me en hield me aan het lijntje, ze stond tussen mij en mijn kleindochter in. Mijn collega opa en mijn ex waren nu natuurlijk allang wezen kijken en het nieuwe leven wezen begroeten, en ik moest hier dat abstracte nieuwe leven vieren, met al die noten, al die woorden, al die kaarsen....
Om elf uur was het eindelijk gedaan. Ik sms'te mijn zoon maar wist al dat het nu te laat was. Morgenochtend dan maar!
Maar 's nachts kwam er een nieuw pesterig spookje bij. Mijn tandvlees, dat de hele dag al gevoelig was geweest, begon te bonken. Ik stond op en slikte twee paracetamolletjes. De volgende middag had ik een recital. Normaal zou ik daar op dit moment erg voor gevreesd hebben, maar nu was er een andere zorg: dat concert, hoezeer ik daar ook naartoe had geleefd, dan kon ik afzeggen, dat was opeens volslagen onbelangrijk geworden. Maar stel, ik zou ziek worden, verkouden, besmettelijk, dan kon ik toch niet aan kraambed en wieg verschijnen?
Ik werd vroeg wakker. Zomertijd, het was eigenlijk nog vroeger. Opgelucht stelde ik vast dat het bonken was opgehouden. Ook was ik niet koortsig, en verkouden evenmin. Allemaal zenuwen natuurlijk, dacht ik, terwijl ik het nummer van mijn zoon intoetste.
Om tien uur liep ik met mijn dochter door een volstrekt verlaten ziekenhuis. De receptie was onbemand, de bloemenwinkel gesloten. We vonden de kamer waarin het nieuwe gezin het zich gezellig had gemaakt. Er stond zelfs een gitaar, zag ik tot mijn verrassing. Even later kwam mijn vriendin, die de zomertijd vergeten was en met ongekamde haren in de auto was gesprongen. Zij had gelukkig bloemen bij zich, een wild en vrolijk voorjaarsboeket. We bewonderden Anna. Anna Mea. Genoemd naar de pas kort geleden overleden moeder van mijn schoondochter en naar mijn eigen, te jong overleden moeder, die de ideale oma was geweest.
Ik was dan wel niet meteen ter plekke geweest, de vorige avond, maar mocht nu de vreugdevolle taak vervullen, de jonge ouders met hun als een roze bonbon ingepakte baby en al hun spullen naar de auto te helpen. De gitaar op mijn rug. Vrolijk Pasen! Een nieuw leven, nieuwe kansen, de lente kon beginnen! Het voelde goed, om uiteindelijk opa te zijn.
(foto's: P. Kop, M. Bolmers)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Gefeliciteerd Rookzanger!
Dit is dan toch weer één van de bonussen van het ouder worden, zou ik bijna zeggen.
Dat kind heeft nu al een prachtige wijze glimlach, verbeeld ik mezelf.
Geniet van je kleinkind. Zou het een reden kunnen zijn om toch oud en wijs te willen worden?
Zeker!
Van harte gefeliciteerd!
Leen Jongewaard & Hetty Blok - M'n opa
Wim Sonneveld - Anna
Congratz!!
Een reactie posten