woensdag 19 augustus 2015

Een kleine Beneluxreis (en een veerpontje naar Duitsland)



5. Limburg

Een kerkklok slaat, een koe loeit. Nachtelijke, bruine geluiden allebei, het een wat helderder dan het andere.
Dit is voor mij het geluk van reizen: slapen naast iemand die je volledig vertrouwt, met wie je dag en nacht optrekt zodat je je ook zonder woorden met elkaar verbonden voelt. Buiten is een wereld waar je niets van verlangt en die niets van jou verlangt – morgen ben je weer ergens anders.
Het bleek nog moeilijk om Nederland terug te vinden. Via het enige stuk snelweg van onze reis (van de Luxemburgse grens naar Verviers) kwamen we in de Voerstreek terecht. De Voerstreek is een topografische fuik. Omdat we uit een mengsel van romantiek en koppigheid geen tomtom bezitten moesten we het met een niet al te gedetailleerde kaart doen. Nergens was een bord naar een herkenbare plaatsnaam in Nederland, steeds weer dezelfde verwijzingen naar dorpjes die allemaal op ‘voeren’ eindigden. We wilden naar Noorbeek. We wisten dat het heel dichtbij moest zijn, op een steenworp afstand zelfs, maar waar? Ik vroeg de weg. De ene keer moest ik Frans gebruiken, een tweede keer Nederlands: blijkbaar waren we de grens gepasseerd. Groene weggetjes brachten ons tot tweemaal toe terug bij ons uitgangspunt. Dat het ons uiteindelijk lukte om Noorbeek te vinden is een triomf van het oriëntatievermogen van mijn vriendin over de tekortschietende, onwillige bewegwijzering van die sombere, nurkse Voerstreek.



Deze reis begon met een gesprek met mijn vader, waarin ik hem vertelde over de Limburgse traditie om hoge dennen om te kappen en die voor de kerk op te stellen. Dat had ik op tv gezien. Ik was het gesprek allang weer vergeten, er leek zoveel gebeurd te zijn in de dagen dat we op weg waren. Nu rijden we door Noorbeek, op weg naar huis, en uit mijn ooghoek zie ik een kale stam de hemel in prikken, met alleen aan de top nog een bosje takken. De voet steekt in het zand en is ingeklemd tussen de stoeptegels. Kloing! Een kwartje valt vrolijk. Op het terrasje waar we kersenvlaai eten doe ik navraag. Ja hoor, vertelt de waard, iedere tweede zondag na Pasen, al eeuwen lang. In Mheer zijn ze vorig jaar ook weer begonnen de oude traditie nieuw leven in te blazen. Het is een heel spektakel, veertig werkpaarden in optocht trekken de den, die wordt opgesteld om het dorp van de pest te vrijwaren. Gewijd aan Sinte Brigida, maar in de andere dorpen hebben ze er een andere heilige voor. Tevreden drink ik mijn cappuccino.
Ik zou zoiets eigenlijk niet eens moeten opschrijven, u zou me ervan kunnen beschuldigen dat ik dingen verzin om mijn verhaal mooi rond te breien. Maar de waarheid kan wonderlijker zijn dan fictie. Ik had me dit jaar doelen gesteld die niet gehaald werden. We zouden naar Halle, omdat Witse daar speelt. Een idiote reden om een stad te bezoeken en dat is dan ook terecht niet gebeurd. We zouden naar Wervik om het tabaksmuseum te zien, maar in Lier had ik al mijn Semois-tabak gekocht en een pijpencollectie heb ik thuis ook. Deze Limburgse traditie was er niet bij geweest, ik was er niet naar op zoek.
Laat ik het er maar op houden dat de werkelijkheid hier een literaire gedaante had aangenomen.

Einde

3 opmerkingen:

Jetty van Jan zei

Dit bomenverschijnsel zagen we enkele jaren terug toen we met de familie kampeerden in Limburg. Weet je niet meer? Toen P nog gebeten werd door onze hond en we het nut van Google op de telefoon bewezen: wat te doen bij een hondebeet en wat betekenen die rare bomen voor de kerk.

Jetty van Jan zei

Dit bomenverschijnsel zagen we enkele jaren terug toen we met de familie kampeerden in Limburg. Weet je niet meer? Toen P nog gebeten werd door onze hond en we het nut van Google op de telefoon bewezen: wat te doen bij een hondebeet en wat betekenen die rare bomen voor de kerk.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Precies. Die camping, en dat dorp waren het dan ook!