Moderne mensen hebben een bucket list maar ik leef nog gewoon volgens een klussenlijst. Hoogst bevredigend is het altijd weer als ik een taakje kan wegstrepen van mijn gele notitievelletje. Digitaal, natuurlijk, want ik ben dan wel niet modern maar toch ook weer niet van gisteren: het lijstje prijkt op mijn bureaublad, en het wegstrepen gaat met de backspace-toets. Sommige van de dingen die erop staan zijn urgent, andere lange-termijnprojecten. Triviale zaken kunnen op de lange termijn worden geschoven: ‘Lampjes keuken’ staat er al heel lang op, ik kan het net zo goed weghalen want ik zie het niet meer.
Een klus die ik steeds maar uitstelde was project LinkedIn. Ik had me ooit ingeschreven omdat een vriend die het kon weten zei dat het veel beter werkte dan Facebook. Maar ik snapte het niet goed en deed er verder niks mee. Als ik eenmaal in de zoveel tijd terecht kwam op mijn pagina (quasi per ongeluk, want de inlogcode was ik alweer kwijt) vond ik daar felicitaties voor mijn vorige of eerverleden verjaardag en uitnodigingen voor leuke evenementen die allang verjaard waren. Met het schaamrood op de kaken sloot ik mijn account weer.
‘Later hier eens goed naar kijken,’ nam ik me voor.
Niets zo funest voor je sociale leven als een loze inschrijving bij een sociaal medium – mensen vinden je niet thuis bij hun bezoek, laten hun kaartjes achter op de schoorsteenmantel van je virtuele huiskamer en gaan met een gerust hart naar huis. Jij vraagt je af wat er van ze geworden is, want je hebt die kaartjes nooit gevonden. De schoorsteenmantel verstoft.
Op de ochtend van Pinksteren had ik niets om handen. Ik opende mijn LinkedIn-profielpagina en ging er met een kop koffie eens rustig naar zitten kijken. Stap voor stap kwam ik verder, ik kreeg er gaandeweg lol in. Toen ik als finishing touch een achtergrondfoto had geplaatst zag ik dat het al tegen tweeën liep. Hoog tijd om eruit te gaan, ik zat al vanaf negen uur achter het scherm.
Met het bevredigende gevoel dat ik nu iets professioneler was geworden en iets meer bij de wereld hoorde ging ik naar buiten. Ik streek neer op het terras. Kranten waren er niet dus ik nam er genoegen mee de mensen om me heen eens goed te bekijken.
Naast me kwam een vrouw zitten. Blond, begin dertig, maar meisjesachtig, met stug, sluik haar en een beetje getergd gezicht, alsof ze hooikoorts had. Wel een lief gezicht. Ze had een jongetje bij zich dat braaf naast haar kwam zitten. Toeristen, dat zag ik meteen. Amerikanen, dat hoorde ik toen de vrouw het dienstertje aansprak. Of ze any white wine hadden? Wel zeker, Chardonnay, Sauvignon Blanc of Pinot Grigio. Pinot Grigio, besliste de Amerikaanse, en een cola voor de jongen.
De bestelling kwam. Het jongetje goot de cola uit over zijn ijs, de vrouw hief het glas witte wijn naar haar mond, sloot haar ogen even en nam een flinke slok. Ze zette het terug op het tafeltje, de zon brak door en deed de wijn fonkelen. Ze haalde een fototoestel uit haar tasje. Ik legde mijn pijp in de asbak en maakte me al op om hun ter wille te zijn. Aardige mensen, aardige man met baard. Geen selfie, maar een echte foto.
De vrouw stelde haar lens in, hield het toestel op tien centimeter van haar glas wijn, en drukte af. Ik pakte teleurgesteld mijn pijp weer op. In mijn verbeelding zag ik weer zo’n lamlendige post op Facebook. ‘Genieten!’ zou eronder staan. Maar dan in het Amerikaans.
1 opmerking:
Hahaha; LinkedIn.
Al een paar jaar geleden deed ik hetzelfde als jij. Maar al snel vroeg ik me af wat ik er deed. Er is namelijk nog maar één carrière die ik ambieer. Daar heb ik al eens over geschreven, dus je begrijp vast wel wat ik bedoel.
Maar van wie kreeg ik een paar dagen geleden ineens het verzoek om opgenomen te worden in mijn netwerk?
Je zat al in mijn interessesfeer, JP. En geloof me, dat betekent een stuk meer dan deel uitmaken van mijn LinkedIn-netwerk.
Een reactie posten