dinsdag 10 maart 2015
REIZIGER
Geef de reiziger een stoel,
geef hem brood en warme kleren,
laat hem zitten bij de haard…
Daar lagen mijn boekjes en cd’s, een kleurig stapeltje. Ik pakte mijn gitaar uit en zette die in een hoek, de hals leunde tegen de kookboeken. Ik monsterde de boekwinkel. De lentelucht blies vrolijk mensen aan, het was een va et vient van lezers, sommigen stapten doelbewust binnen om een bestelling op te halen, anderen kwamen om op hun gemak te bladeren en zich te laten verleiden door wat die lukrake bloemlezing hun bracht.
Ik liep even naar buiten om nog een pijp te roken voor het programma zou beginnen. Daar stond Fred Martin, de presentator van de middag, een boterham te eten. Terwijl we welwillend naar de drukte in de Osdorpse winkelstraat keken, de zon in onze ogen, kwam er een bejaard echtpaar aanrijden. Ze parkeerden hun fietsen en stapten op ons af. Wim Kok, onze voormalige minister-president, en zijn vrouw, ik zag het meteen. De Koks zijn verstokte bewoners van Nieuw-West, en buren van Fred. Hij wilde ons aan elkaar voorstellen maar ik was hem voor: ‘Dag meneer Kok’. Een bijna besmuikt glimlachje toonde dat de staatsman in ruste het niet onprettig vond om herkend te worden.
Mijn eigen ijdelheid maakte dat ik me haastte om mijn eerste lied in te zetten nog terwijl hij zijn zaterdagse boekenaanschaf bij elkaar stond te zoeken, want onbewust was ik benieuwd of ook ik herkend zou worden. Ooit had ik met collega Vincent ten paleize opgetreden, en Wim Kok was een van de vele prominente gasten geweest. Tijdens ons up tempo lied Marechiare had hij zelfs gezellig meegedeind met de muziek – zou hij dat nog weten? Ik tokkelde en zong. Kok keek wel even op van zijn boek maar er was geen aha! in zijn blik. Hoe zou hij ook de grijze bard in de boekwinkel moeten verbinden met de eventuele herinnering aan de zwart gelokte nep-Italiaan in zijn optreedkostuum van zo lang geleden?
Het programma ontrolde zich. Collega's Anthonie Holslag en Joyce Hes droegen gedichten voor, en daarna las ik een stuk uit mijn novelle Bankjeszomer. De Koks vertrokken zonder een boek van mij te kopen, maar anderen deden dat gelukkig wel. Ik signeerde, schreef een opdracht, maakte een praatje en verheugde me op het tweede blokje. Want één ding leerde dit optreden me al heel snel: ik vind niets zo fijn en zo bevredigend als mijn schrijven en mijn zingen te bundelen tot één pakket. Heel mijn artistieke bagage handzaam in een marskramerstrommeltje. Voor één keer komt alles wat ik doe samen en val ik niet uit elkaar tot twee strikt gescheiden persoonlijkheden: de extraverte zanger op de bühne en de eenzelvige zwoeger achter zijn laptop. Mijn teksten voorlezen, zien hoe ze werken op een publiek, ze afwisselen met een lied - het voelde als een artistieke thuiskomst. Een inzicht, beter laat dan nooit: dit is wie ik ben, dit is wat ik later wil worden. Raconteur, troubadour. Voorleesvader, sprookjesverteller, huiskamerfilosoof en minstreel.
Het gaat wel weer erg veel over mezelf, deze keer, ik weet het, maar dat heeft een reden. Vanachter het toetsenbord richt ik me tot u, lezer, met een oproep, of eigenlijk een onbeschaamde reclameboodschap: heeft u een kunstzinnig avondje thuis, een literaire soiree, wilt u een feestje of verjaardag opsieren met zang, snarenspel en warme woorden? Haal mij in huis, zet een stoel voor me neer bij de haard, en ik vermaak u met mijn kunsten.
In de woorden van Lennaert Nijgh, zanger met papier en pen: 'Laat iedereen het horen, de reiziger is thuis.'
Contact: 06 23481290 - jpvanspaendonck@gmail.com
(Illustratie: Herbert Johnson Harvey (1884-1928), "The Troubadour"; foto: Paulien Kop)
Labels:
Amsterdam,
La Passione,
Lennaert Nijgh,
muziek,
schrijven
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten