vrijdag 20 februari 2015

ASCESE

Het begon bij mijn zus. Ze kondigde op Facebook aan de traditionele katholieke vastentijd, die volgt op carnaval, te zullen naleven. Een vriendin sloot zich erbij aan. Ik hoefde niet lang na te denken. Ik schoof ruimdenkend mijn antireligieuze sentimenten opzij en zie, daar schoot de kogel door de kerk. Het einde van de winter had me vadsig gemaakt en een beetje soberheid kon helemaal geen kwaad. Het vooruitzicht veertig dagen zuiver te leven was aanlokkelijk, het voornemen alleen al was genoeg om me onmiddellijk beter te voelen.

Toen ik een kleine vijf jaar geleden de alcohol uit mijn leven verbande was het pijnlijk duidelijk dat niets de plaats van die vele dagelijkse glazen kon innemen. Met de leegte die de weggenomen fles achterliet moest ik leren leven. Een schrale periode brak aan waarin ik langzaam leerde opnieuw bevrediging te putten uit kleine stimuli. Nu mijn eerste lustrum als niet-of-nauwelijks-drinker nadert moet ik vaststellen dat die kleine stimuli behoorlijk uit de hand kunnen lopen.
Daar sta ik bij de bakker, op weg naar huis van mijn ochtendwandeling. Wat zal het zijn, een chocoladebroodje, een amandelcroissantje, een American Cookie, een gevulde koek? Iets zoets in elk geval, en liefst ook iets vets. Een chocolade-amandelbroodje, stelt de bakkersknecht voor. Ik ben het met hem eens en op straat hap ik hongerig in die met poedersuiker bestrooide traktatie. ’s Middags bij de supermarkt is er opnieuw die aarzeling. Ik sta lang voor de schappen en kan niet kiezen uit het toch ruime aanbod van repen. Het vooruitzicht chocola te eten is niet meer genoeg, al terwijl ik eraan denk voel ik hoe het tekort zal schieten, eigenlijk is het iets anders wat ik wil. Wat weet ik niet. Alcohol? Ik onderzoek mijn diepste drijfveren. Nee, kan ik met gerust hart zeggen, dat is het niet, geen alcohol. Sigaretten dan? Nee, ook die zullen me niet geven waarnaar ik op zoek ben. Vervulling, noem ik het maar abstract, dat is wat ik mis, iets dat een knagende leemte in mijn leven vult. Het hoort bij het einde van de winter. Het lange binnen zitten eist zijn tol. Boeken en beeldscherm bevredigen niet meer, kamer en bed benauwen me, ik wil op terrassen zitten en de merels horen zingen ’s avonds. Ik wil onder de mensen zijn, ik wil eruit, ik wil leven, ik wil lente. Ritter Sport in al zijn varianten (rozijnen en hazelnoten is meestal favoriet), Milka-repen met Smarties, met Lu-koekjes, al dan niet zout, met karamel of extra room, ze zullen me even een prettig gevoel geven maar nog voor ik de wikkel heb verfrommeld zal de onvoldaanheid terug zijn. En ondertussen word ik vetter en ongeduriger. Al die suikers!

Mijn vastentijd is gisteren begonnen met een bezoek aan de bakker, waar ik de uitstalling van zoeternij ferm negeerde en een brood met pompoenpitten voor me liet snijden. Mijn geliefde Chivers marmelade laat ik ongeopend, frisdranken zijn tijdelijk taboe. Dat de sociale media een zendingsfunctie konden hebben en bekeerlingen konden maken wist ik uit de krant maar nu ondervond ik het aan den lijve: ik ben gerekruteerd. Mijn zus heeft zich na haar ronseling overigens ruggelings teruggetrokken in haar ascese: haar vasten strekt zich ook tot het verslavende Facebook uit en ze zal dit dus wel niet lezen. Wel blogt ze dagelijks over haar bevindingen. Ik volg het met belangstelling en, toegegeven, enig leedvermaak. Want repen en frisdrank laten staan is één ding, je vlees, alcohol en duimpjes ontzeggen is andere koek.

1 opmerking:

Jetty van Jan zei

Vergeet niet dat ik via mijn blogpagina jouw blog zie! Verheugd, want de eerste afkickverschijnselen dienen zich aan...