vrijdag 5 mei 2023

HERHALING


Op de eerste echte lentedag van het jaar liep ik naar de binnenstad. De trams reden niet. Ik had mijn plechtige kleren al aan, een zwartfluwelen jasje met speldje van het 4 & 5 mei- comité, een stijve, zelfs steile blouse en een tailormade pantalon. Mijn Boss schoenen torste ik mee in mijn tas, met mijn bladmuziek en andere benodigdheden - lopen ging beter op mijn afgetrapte Ecco's met één bruine en één zwarte veter. 

Vorig jaar op deze dag hadden we ook in de Zuiderkerk opgetreden. Het programma was enigszins anders maar de gelegenheid hetzelfde. Dodenherdenking. Om de een of andere reden (voor wie geïnteresseerd is, zie mijn vorige blog) had ik, vanwege de vergelijkbare omstandigheden, de afloop ook alvast vastgelegd, in mijn hoofd. Natuurlijk moesten we net als in 2022 de nazit in de Engelbewaarder houden, het café van mijn studententijd. Net zoals toen moest ik Brugs Tripel van de tap drinken en me enorm opgelucht en vrij voelen, mijn eigen Bevrijdingsdag. En erna zou ik door de oude stad lopen en genieten van wat me opeens zo mooi toescheen, de grachten, de gevels.

Het optreden ging op zich prima. Foutje hier, foutje daar, maar who cares? Het jaar ervoor was de kerk bomvol geweest. Het eerste jaar na Corona, alles mocht weer, iedereen wilde weer. Adrenaline had gevloeid bij zoveel belangstelling. Nu was er een beschaafd publiekje. Met zulk mooi weer en de inmiddels genormaliseerde massale bijeenkomsten was de drang tot samenkomst eraf. Ik bespeurde een navenante lauwheid bij mijzelf. Ik zette me in maar vrij voelde ik me niet. Onderaan het podium stond ik te zwaaien terwijl ik het betreurde dat we de avond ervoor, bij de generale, nog zo geïnspireerd en saamhorig hadden gezongen en nu bij vlagen zo gespannen waren, zo terughoudend, hoe we ook ons best deden. Of was dat mijn perceptie? Een goede zevenenhalf, gaf ik het optreden na afloop tegen de penningmeester (die overigens prachtig had voorgedragen en elegisch mondorgel had gespeeld), terwijl ik in mijn herinnering de vorige keer als een absoluut hoogtepunt had ervaren.

In De Engelbewaarder leek het even of er ook sprake was van een herhaling van zetten. Dit had ik toch al eens meegemaakt, maar dan beter? Ik wil steeds vaker, uit zucht naar veiligheid, het verleden kopiëren, en verrassingen blijven dan vanzelfsprekend uit.

Maar aan tafel, waar we aanschoven bij drie van de alten, hoorde ik, terwijl ik een verrassend lekkere linguine met citroen en rauwe ham at, dat M. net als ik onlangs Nicholas Nickleby had uitgelezen, en alle Maigrets bezat. Kijk, dat had ik nou nooit gedacht en ik had er best wat verder over willen praten. Maar het gesprek waaierde uit, we rekenden af, en ik wandelde mijn drie kwartier terug door een nieuwe stad. Een stad waarin niemand nuchter was en de terrassen overvol. De katten waren eventjes blij met hun volle bakje maar werden toen al gauw volledig in beslag genomen door de veelbelovende geuren van het geopende balkon.


Geen opmerkingen: