vrijdag 1 oktober 2021

Heimwee naar het nu


De nazomerzon schijnt flink, het is windstil en warm, de lucht is diepblauw; het groen is al iets verdonkerd, hier en daar dwarrelt een blad. De mensen in het park hebben vandaag geen haast, alles en iedereen is mild gestemd. 
Juist nu mijn omgeving zo mooi is, heb ik er weinig aandacht voor. Mijn attentie is naar binnen gezogen en is daar met grote kracht bezig het geheugenarchief te doorzoeken, op zoek naar vergelijkbare situaties als die van vandaag. En mijn voorstellingsvermogen schept mooie situaties in de toekomst die op die van het verleden en op die van vandaag lijken. Concreet: ik denk genietend aan mooie herfstdagen van vroeger en fantaseer over soortgelijke dagen in de nabije toekomst. Bad Bentheim, oktober 2019 - Bad Bentheim, oktober 2021? Dat lekkere gevoel (beetje vrolijk, beetje droevig) komt waarschijnlijk door het mooie nazomerweer, en door die speciale atmosfeer van schoonheid en naderend verval die er vandaag heerst. Ik noemde dit soort dagdromen vroeger 'weemoed' of zelfs 'melancholie' maar dat is het niet. Er is ook geen sprake van escapisme. In feite is wat ik voel: heimwee naar het nu.

Een merkwaardig, paradoxaal soort sentiment. Immers, waarom zou je fantaseren over iets wat je nu al volop hebt? Waarom zou je het huidige moment kracht willen bijzetten door er vergelijkbare momenten uit verleden en toekomst aan toe te voegen?
Het is dan ook niet vrijwillig dat ik me in dit soort dagdromerij begeef. Het gebeurt onder dwang, en de manier waarop ik van de ene naar de volgende herinnering wordt gesleurd heeft zeker iets compulsiefs - het verleden moet worden uitgezocht en in kaart worden gebracht. Label: "mooie herfstdagen". Systeem moet er komen in die ordeloze boel van het geheugen.
'Het gebeurt onder dwang' - maar van wat dan? Stimuleert soms een hormonaal aangestuurd gevoel, een wellustig, 'lekker' gevoel, je brein om tot grotere geheugenprestaties te komen, of om de onzekere toekomst de bedwingen en alvast in te richten op een aangename manier? Toch niet bij iedereen. Ik ken mensen genoeg die geen last hebben van deze seizoensgebonden dwangmijmeringen en alleen maar recht-toe-recht-aan genieten van het oudebesjeszomerweer.

Ik kijk of Internet me iets wijzer kan maken over dit verschijnsel, dat me mijn hele leven al bezighoudt. Wikipedia geeft me onder het kopje Fantasie en dagdromen een kleuterstukje in psychologisch jargon. Elders leer ik dat dagdromen ingezet kan worden op de werkvloer, om de werkprestaties te verhogen; dat is ook niet waarnaar ik op zoek ben.

Wat wél relevant is: dagdromen, lees ik, kan als je niet oppast omslaan in gepieker en zelfs tot depressiviteit leiden. Dat herken ik heel goed van vroeger. Steevast eindigde dan een herfstwandeling vol aangenaam weemoedig gepeins in een somber en verwarrend getob, waaruit ik niet kon ontsnappen. Tegenwoordig ben ik, dankzij de hersentraining die meditatie heet, in behoorlijke mate baas in eigen brein: als ik het moment voel naderen waarop het lekkere mijmeren dreigt om te slaan in een zuigend gepieker, richt ik mijn aandacht naar buiten, naar mijn omgeving, en objectiveer ik mijn eigen sentimenten tot iets waarnaar je kunt kijken, zoals je kijkt naar de dwarrelende bladeren, de spelende kinderen, de fietsende voorbijgangers en de rennende honden. 
Pas als ik me weer stevig in de realiteit verankerd voel, waag ik me opnieuw aan een klein gedachtenspelletje over Bad Bentheim, Keulen of de Harz.
Voorzichtig, en niet te veel ineens; alsof je nipt van een bitterzoete likeur.


Illustratie: "L'Absinthe" (1876), Edgar Degas

Geen opmerkingen: