woensdag 21 juli 2021

ZOMER


Het roken was weer zwaar uit de hand gelopen. Daar moest echt een einde aan komen. De pleisters had ik al een tijdje in huis. Maandag rookte ik nog zorgvuldig het van het weekend overgebleven doosje mini-cigarillo's leeg, gisterenmorgen plakte ik met enig ceremonieel het eerste cellofanen vierkantje op mijn bovenarm. Zo. Klaar met die smerige onzin, een nieuw, fris leven!
Ik wandelde de deur uit en snoof de warme zomerlucht op. De straat was stil, de weg was rustig, veel mensen in mijn buurt zijn ondanks alles gewoon buitenslands. Ik kreeg een vakantiegevoel en besloot in plaats van mijn gewone rondje Vondelpark de andere kant op te gaan en de beeldenroute van de tweejaarlijkse openluchttentoonstelling ArtZuid te bekijken, die zich uitstrekt langs de groene lanen van Plan Zuid. Samen met een handvol andere grijze kunstkijkers, veelal met panama's op het hoofd, liep ik tamelijk geboeid en vagelijk geamuseerd langs de kakelbonte verzameling moderne en postmoderne sculptuur, dit jaar door conservator Ralph Keuning samengesteld. Er was als verwacht het nodige engagement te zien: bij voorbaat bekladde bustes van historische figuren, een zwarte Statue of Liberty. Er waren frêle constructies van ijzerdraad en aluminium waarvan ik me afvroeg hoe ze, onbewaakt in de grootstedelijke openlucht, aan vandalisme konden ontsnappen. Er waren aardige, dwaze dingen en lelijke, pompeuze dingen, die het als maquette misschien goed gedaan hadden maar opgeblazen tussen het groen met alles leken te vloeken. Er waren bonkige, sombere beelden van Armando die eruitzagen als hopen vastgekoekte sintels. Er was een grillige Toonderachtige sprookjesboom van de Zwitserse Amerikaan Ugo Rondinone die naadloos aansloot bij de echte woudreuzen van de Apollolaan.
Op de terugweg zag ik in mijn ooghoek iets bewegen. Een klein, musachtig vogeltje met chocoladebruine strepen en een lang spits snaveltje fladderde tegen een boom op en begon die nerveus te beklimmen: een boomkruiper. Het beestje bleef met me meegaan: soms was het me voor, vloog resoluut de volgende boom voorbij om op de daaropvolgende neer te strijken, soms passeerde ik het als het iets van belang had ontdekt tussen de plooien in de schors. Moeiteloos leidde de natuur me af van de kunst naast me.
Op het terras van Wildschut probeerde ik heel lang met mijn koffie te doen en gewoon maar een beetje naar voorbijgangers te kijken. Toen dat niet meer ging deed ik, heel rustig, mijn boodschappen. Thuis ging ik quasi luierend op bed liggen, daarna borg ik de was op die al te lang op het balkon hing, mediteerde een half uur, deed mijn ademoefeningen en mijn rek-en strekexercities, rommelde wat onduidelijk in huis en keek veel te vaak op mijn telefoon. Tegen vijven besloot ik een voorschot op de vakantie te nemen en een overgebleven fles Fransciscaner Weissbier leeg te drinken. Ook het bier kon de holte in mijn ingewand niet helemaal vullen. Ik greep naar een probaat middel tegen de verveling: vertalen. Al gauw was ik halverwege een lang gedicht van Heine. 
Het eten gemaakt en verorberd, was er het nieuws, de Slimste Mens. Dag één schoot alweer aardig op: morgen zou het al iets gemakkelijker zijn.

(Foto: "Summer Moon", 2011 - Ugo Rondinone)


Geen opmerkingen: