Opeens was alles anders. Misschien kwam het door het lengen der dagen, misschien begon het niet-roken eindelijk vrucht te dragen, of misschien was het wel zomaar; hoe dan ook, er was een omslagpunt bereikt, want tot mijn verbazing merkte ik dat ik een opgeruimd humeur had en niet meer tegen alles opzag. Mijn vriendin mocht 's ochtends vroeg al tegen me praten, nog voordat ik koffie had gedronken - ik praatte zelfs terug.
Na de donderdagse meditatie zat ik in het café de krant te lezen. Ik was verdiept in de transformatie van Hotel Americain tot hardrockhotel, en leerde juist dat de wereldwijde keten hardrockcafés en -hotels door een indianenstam uit Florida wordt gerund, toen er een vrouw binnenkwam die ook op mijn Zen-clubje zit. Ze boog zich bezorgd naar me toe en zei: 'Wat een sombere blog! Moet jij niet overwinteren?'
Ik trok blijkbaar een verbaasd gezicht want ze voegde eraan toe, een beetje van slag: 'Of was het...?' (Tja, wat zei ze... blague was het niet, ook niet pose. Een woord dat ik niet zo gauw in dat verband zou gebruiken maar wel begreep.) 'Of... deed je maar alsof?' (Dat was het ook niet, maar het moet maar volstaan).
Ik haalde me mijn laatste blog voor de geest en viste er een paar regels uit. 'De dagen lengen al, het blijft al langer licht... zo somber is dat toch niet? Nog even! Voor je het weet is het weer lente.' Ze lachte, niet helemaal voldaan, en ik boog me weer over de Floridaanse indianen en hun hardrockhoreca.
Maar op straat zat de kleine scène me niet helemaal lekker. Waarom had ik me willen distantiëren van mijn stemming van eergisteren? Waarom had ik daar niet op aangesproken willen worden? Schaamde ik me soms? En waarvoor dan?
Boeddha zit met zijn leerlingen aan de rivier. Er komt een man op hem af die hem zonder reden in zijn gezicht spuugt. Boeddha geeft geen sjoege, maar verwerkt het voorval handig in zijn les. De man loopt verward weg. De volgende dag komt hij terug om zijn excuses aan te bieden. 'Meester, kunt u mij vergeven?'
'Ik kan je niet vergeven,' zegt Boeddha, 'want ik ben niet de man op wie je gisteren gespuugd hebt. Die man bestaat niet meer. Ik lijk er alleen maar op. De rivier stroomt en is nooit hetzelfde. En zo ben jij ook dezelfde man niet meer die op mij gespuugd heeft. Dus waar hebben we het over? Laten we over iets anders praten.'
Zo had ik moeten antwoorden. Wat ik schreef was waar, maar het was de waarheid van eergisteren. Vandaag is alles anders.
1 opmerking:
Kreeg een reactie van de dame in kwestie. Ik citeer: 'Het woord dat je niet verstond was "act". Ik vroeg of het dan
misschien een "act" was.'
Dat ik dáár nou niet op kon komen - heel wat gewoner woord dan "blague", toch...
Een reactie posten