dinsdag 29 januari 2019

PEPTALK


De dagen lengen al, het is al langer licht, zeg ik tegen mezelf. Eens komt aan deze misère een eind. Niet zo lang meer, dan is het weer lente.
Omdat een mens niet eeuwig onder de douche kan staan (evenmin als hij eeuwig in zijn bed kan blijven liggen) draai ik na een korte aarzeling de kraan dicht. Mijn huid gloeit. Ik droog me af, rol deodorant onder mijn oksels, kleed me aan, kam baard en haar en ga koffie zetten. Daarna zit ik geruime tijd naar mijn scherm te staren. 
'De dagen lengen al,' zeg ik nog maar eens, nu hardop, vandaar de aanhalingstekens.
Als blijkt dat noch deze halfhartige peptalk, noch het dwingende staren op het scherm iets oplevert zet ik voor een tweede keer koffie. Ik kijk op de klok en zie dat het na tienen is - ik moet toch echt iets nuttigs gaan doen, er wacht een flinke portie tekst op me, deadlines hebben schijt aan stemmingen. 
De telefoon gaat, de huistelefoon. Dat zinloze abonnement moet ik hoognodig opzeggen maar het komt er maar niet van. Het lijkt zo'n definitieve breuk met een vertrouwd verleden. Ik denk aan de logge zwarte telefoon met zijn zware draaischijf van vroeger. Ik weet ons telefoonnummer in Geuzenveld nog. 132123. Wat was het leven simpel toen. Het genummerde, het openbare althans. Postcodes bestonden ook nog niet. De ansichtkaarten die ik bewaar met Bommel en Tom Poes of Paulus de Boskabouter erop zijn geadresseerd aan Jan-Paul van Spaendonck, Willem van Hembyzestraat 15, Amsterdam-W., Geuzenveld.
Na weer een aarzeling (hoeveel aarzelingen zouden er nog volgen, deze morgen?) loop ik naar dat symbolische residu van ouderwetse communicatie: geen satelliet, je sprak door een draadje, woorden vlogen niet maar stroomden als water. De nummermelding geeft een reeks nullen te zien. Dat betekent dat een energieleverancier of beleggingsadviseur me probeert te bereiken. De Kamer van Koophandel heeft zijn werk goed gedaan. Ik kijk naar de nullen tot het bellen ophoudt. 
Ik loop terug naar mijn werkkamer. Neem opnieuw plaats achter mijn computer. 
'De dagen worden al langer,' prevel ik. Het scherm springt op zwart. Ik moest nog maar eens een keer koffie gaan zetten. 


Geen opmerkingen: