vrijdag 19 mei 2017

De bril van mijn dochter

Na de koorrepetitie reden we over de rustige ring naar Station Sloterdijk. Mijn vriendin was er lang niet geweest en herkende het niet meer. Een sciencefictionlandschap van hoogbouw, de droom van een projectontwikkelaar. Op de bonnefooi parkeerden we op een plein waar we een paar internationale bussen zagen staan. Zelfs hier zongen de merels.
We liepen een brede trap op, daarboven was horeca, herinnerde ik me van een vorig bezoek. We kwamen op een drukke laan, overal flanerende mensen. Wat deden die hier, in wat 's avonds een desolaat gebied zou moeten zijn? Aan schragen tafels zaten toeristen te drinken. Meininger Hotel, zagen we op de gevel. We liepen naar binnen. De jongen aan de bar vertelde dat deze herberg met twaalfhonderd bedden waarschijnlijk de grootste van het land was, er zaten iedere morgen vierhonderd gasten te ontbijten. We zetten ons met ons glas aan een rustieke tafel en keken een poosje uit op de stationshal met daarachter de toren van het Mercure Hotel toen mijn telefoon ging. 'Ik ben er,' zei mijn dochter. Ik schetste mijn locatie op grond van wat overduidelijke oriëntatiepunten en zei dat we haar tegemoet zouden lopen om haar tassen te helpen dragen. Al snel zag ik een zwart poppetje naderen. We zwaaiden.
In de auto vertelde mijn dochter hoe blij ze was Amsterdam weer te zien. Londen was smerig, lelijk en veel te druk. Hier was het schoon, de terrassen waren gezellig vol, iedereen zat buiten. Op de Apollolaan snoof ze: 'Vers gemaaid gras!' Londen stinkt en is van steen.
We zetten de tassen in de gang, belden mijn jongste dochter en met zijn vieren liepen we naar Wildschut om ons bij de terrasmenigte te scharen. De zomerwarmte en de uitgelaten drukte op straat waren bedwelmend. Kuifje en de geheimzinnige ster. Iedereen die dat boek als kind gelezen heeft snapt wat ik hier schrijf. We vonden een tafeltje, en een vriendelijke jongen met een knap, Japans uiterlijk bracht ons algauw onze glazen. Lokaal bier van Brouwerij Het IJ, op mijn dochters verzoek: Duvel heb je in Londen ook. We proostten op het weerzien, na bijna vijf maanden.
Ik had Amsterdam vaak vervloekt de afgelopen weken, en gewild dat ik ergens anders was. Nu keek ik door de bril van mijn dochter en blikte tevreden om mij heen.



Geen opmerkingen: