vrijdag 12 februari 2016

ROLLENSPEL


Omdat die aardige Twan Huys zo graag Amerikaatje wilde spelen kreeg hij zijn eerste Nederlandse versie van het correspondent's dinner erdoor. Het werd zelfs, zo lees ik, een 'kijkersmagneet'.
Op deze kijker werkte de magneet eerder afstotend. En ik was niet de enige. In DWDD, waarin uiteraard de volgende dag een en ander grondig werd herkauwd - want niets is zo leuk als nieuws door de media over de media - zei opa Adriaan van Dis, ingehuurd als dwarse sidekick, dat hij weg was gelopen. Hij kon er niet tegen. Ik was hem voor gegaan: ik wist van tevoren al dat ik er niet tegen zou kunnen, en bleef alleen even kijken om dat vooroordeel bevestigd te zien.
Rutte begon, en ik voelde meteen een soort gêne, en ook iets van verslagenheid, woede en walging. Het ging me er niet zozeer om hoe hij het deed: dat hij niet dezelfde flair had als Obama was vergefelijk. Wij spelen Amerika, ginds zijn ze het, al zo lang. Hij stond een zelfspottende versie van zichzelf van papier af te lezen, om ook eens leuk te doen. Wie weet leverde deze novelty hem weer extra kiezers op. 's Middags had ik hem nog met de Turkse president zien lopen, in ernstig gesprek, tenminste, dat mogen we hopen. Had de speech toen al door zijn hoofd gespookt, had hij die wel goed voorbereid? Hoe had hij de tijd daarvoor kunnen vinden? Vragen die het optreden nog onbegrijpelijker maakten. Er wrong iets, daar in die zaal vol pers, politiek en publiek klatergoud.
Misschien was het dit: dat een tijd die gekweld wordt door zoveel ellende behoefte heeft aan vermaak is begrijpelijk en natuurlijk. Maar dat dat vermaak op amateuristische wijze wordt geleverd door dezelfde mensen die aangesteld zijn om de ellende met serieuze middelen te verzachten, daarin schuilt iets pervers en ook iets tragisch; alsof we het opgegeven hebben met z'n allen. Het is hopeloos, lijkt zo'n show van Rutte te zeggen, laten we er maar een beetje om lachen. Carnaval!
En de volgende dag zie je hem alweer met een nauwelijks katterig gezicht iets over de vluchtelingencrisis zeggen, voor dezelfde camera die hem nog geen etmaal geleden heeft geregistreerd als nationale hofnar. En spelen wij met z'n allen dat we hem weer serieus nemen. Dat rollenspel, ik heb daar moeite mee. We weten dat politiek theater is, maar het zo schaamteloos bevestigd te zien, dat steekt.

1 opmerking:

Hans Valk zei

"Wij spelen Amerika, ginds zijn ze het, al zo lang".

Zo is het, Rookzanger.
Ik heb niets tegen de Verenigde Staten, laat ik dat voorop stellen. Obama mag dan niet al zijn programmapunten waar hebben gemaakt; het is, zoals deze week in de Volkskrant stond, de meest integere president die de VS in de afgelopen 70 jaar hebben gehad. En kijk eens welke loop de voorverkiezingen in de VS nemen. Het lijkt te gaan tussen een rechtse populist en een voor Amerikaanse begrippen linkse hardliner. Dat beeld rekent een beetje af met de indruk de Amerikaanse samenleving de laatste jaren wekte; een door oer-conservatieve denkbeelden beheerste maatschappij. Het lijkt erop dat althans de Amerikaanse jeugd er hele andere ideeën op na houdt. Dat is hoopgevend.

Maar goed. Terug naar het correspondentsdinner.
Het lijkt mij tekenend dat iemand bedenkt dat dit iets is wat in Nederland niet zou moeten ontbreken. Ik denk niet dat er in Amerika iemand is, die vindt dat men bepaalde details van onze politieke cultuur moet overnemen, buiten misschien het idee dat een twee partijen-stelsel een wel èrg beperkte keus biedt.
De Amerikanen zijn zich er namelijk volledig van bewust dat zij hun eigen cultuur hebben. Het correspondentsdinner maakt daar deel van uit. En niet sinds vandaag of gisteren; men is er al voor de oorlog mee begonnen. We mogen spreken van een diepgewortelde traditie.

Hier in Nederland ontbreekt dat gevoel voor traditie. Als er hier door talking heads over onze cultuur wordt gesproken, dan gaat het vrijwel zonder uitzondering over de negatieve aspecten ervan. De laatste tijd maakt Nederland zich vooral bekend als een land van vreemdelingenhaters, bijvoorbeeld.
Het lijkt er sterk op dat de gemiddelde Nederlander geen idee heeft hoe de Nederlandse identiteit er uitziet. De gemiddelde Nederlander voelt zich niet meer verbonden met de plek waar hij geboren is, of met bepaalde waarden. Hij dwaalt rond in een landschap dat door programma's als DWDD voor hem wordt verzonnen. Of nog erger: door Geert Wilders. Die fenomenen leren hem wat belangrijk is en wat niet. Tradities halen we desgewenst van buiten.
Zo leeft men van topic naar trend en weer terug.

Wat verloren gaat is de rust die over je komt als je weet wie je bent, wat je wortels zijn en wat je daaraan mag ontlenen.
Dat laatste liefst zonder dat dit leidt tot oogkleppen, vanzelfsprekend. Want daar heeft men in de VS toch nog wel eens last van, geloof ik.
Als Nederland die rust zou kennen zouden we niet zo snel in paniek raken over een paar vluchtelingen meer of minder.

Pim Fortuyn was in vele opzichten een overschatte man, maar één zwakte van de Nederlandse cultuur had hij al in de jaren negentig op het netvlies. Hoewel hij misschien niet precies begreep wat de kern van de zaak was, toen hij Nederland een "verweesde samenleving" noemde.