We hadden de herfstvakantie moeten overslaan wegens drukte en verplichtingen. Het weekend erna was met potlood genoteerd. Ik hield nog een slagje om de arm maar tot mijn opluchting reed mijn vriendin gisteren stipt om elf uur voor.
Bad Bentheim was de eerste stop in Duitsland. Bekend terrein maar het landhotel dat we tamelijk op de bonnefooi hadden besproken overtrof alle verwachtingen. Zelden beter verbleven, zelden beter verwend, gegeten. Ik zou hier lang en lyrisch over uitweiden ware het niet dat ik dit, uit dwangmatige discipline, op mijn telefoon tik in een veel minder idyllische hotelkamer in het aardige maar saaie plaatsje Lienen. Gisteravond kon ik in mijn bed in het landelijke oord geen bladzij Hermans lezen omdat Onder professoren me te veel deed denken aan het Hollandse klimaat dat we zojuist onverwacht succesvol achter ons hadden gelaten; in plaats daarvan had ik mijn gewillig luisterende vriendin gedichten van Heine voorgefluisterd. Nu, na een lange dag toerisme, onder andere in het charmante vakwerkhuizige Tecklenburg van onze opa's, en een smakelijk maal bij Achmed en zijn jonge vrouw, geloof ik dat Hermans er wel weer in gaat. Ik schenk nog een laagje weinbrand in een tandenpoetsglas en groet u allen hartelijk. Volgende week hoop ik weer wat substantielers te melden te hebben.
Voorheen Rookzanger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten