Zoals veel kattenbezitters ben ik weekhartig waar het de harige vriendjes betreft. Dus toen Snuf naar de dierenarts moest voor een blaasonderzoek lag ik er wakker van, terwijl het beest zelf in diepe slaap op de pianokruk lag. Ik stelde me voor hoe zo'n punctie ging - met een naald door de buikwand de blaas 'aantippen' - en huiverde. Katten hebben er volgens internet weinig last van, maar ik had het wel.
De volgende morgen haalden we de draagkooi tevoorschijn en zetten hem open. Snuf kroop erin en maakte het zich gemakkelijk. Blijkbaar was hij de vorige gang naar de dierenarts (zo'n drie jaar geleden, zelfde plasprobleem) volkomen vergeten.
Dat was een van de dingen waarmee ik me troostte: katten hebben nauwelijks geheugen en leven als kleine boeddha's in een lang uitgerekt nu.
We brachten Snuf weg en lieten hem met bezwaard gemoed achter in de vertrouwde zorg van mijn Volle Neef en zijn assistenten. Ik ging even op bed liggen in de wetenschap dat er nu een dag van nerveus wachten begon. Broer Snuitje kwam erbij, ging op zijn vaste plek liggen in mijn rechteroksel, maar veerde op en keek naar de deuropening. Toen daar niemand verscheen en mijn linker oksel onbezet bleef boog hij zich over me heen naar waar Snuf hoorde te liggen bij onze gemeenschappelijke dutjes en miauwde. In de war ging hij midden op mijn borst liggen om de zaak weer in evenwicht te brengen. Katten geen geheugen? Even toch wel. Ik geef toe dat hij daarna zijn gewone gang ging en zich helemaal leek te schikken in een leven als solitaire kater.
Om zes uur was er nog geen nieuws. Mijn dochter belde de praktijk. Nee, Snuf had nog niet geplast en zijn blaas was leeg. Dus hij zou een nachtje moeten blijven. Ik stelde me de lange eenzame nacht in een kooi voor, temidden van vreemde katten en honden, en vond het reuze zielig.
'Ik weet het, ik moet die menselijke gevoelens niet op dieren projecteren,' zei ik tegen mijn dochter. 'Snuf zit daar waarschijnlijk als een onthechte kat de tijd uit, geabsorbeerd door nieuwe indrukken, en morgen is hij alles weer vergeten.' Maar ik was daar zo zeker nog niet van.
's Avonds kwam mijn oudste dochter eten. We keken naar de eerste twee episodes van het nieuwe seizoen van The Crown. Daarna haalde ze me over een filmpje op TikTok te zetten. Ik improviseerde wat op mijn luit en liet me inwijden in de geheimen van dat vluchtige medium. Al met al ging de avond aangenaam voorbij en ook het hoofdstuk Nicholas Nickleby dat ik in bed las kon me boeien.
's Ochtends waren de zenuwen echter weer terug. Als we niet gebeld werden voor twaalven, zei mijn jongste dochter, gingen we hem ontvoeren. Niet een heel weekend daar in de kliniek, o nee. Maar net toen ze de trap afging om naar haar werk te gaan ging haar mobiel. Snuf had die nacht geplast. Blaasgruis. Misschien blaasontsteking, de uitslag van het kweekje kwam maandag. We konden hem ophalen en zouden pijnstillers en een zak speciaal dieetvoer meekrijgen voor de komende acht weken. Daarna moest hij opnieuw getest worden.
Plotseling vrolijk en uitgerust ging ik de blauwe koude dag in. In de auto kermde Snuf een beetje maar zodra we onze straat inliepen werd hij muisstil. Boven werd hij begroet door broertje met een ferme lik over de kop en liep hij alle kamers rond waar hij zijn territorium terugvond zoals hij het had verlaten. Tevreden at hij een bakje verantwoord voer en keerde terug naar de warm beklede pianokruk alsof die nacht in eenzame opsluiting en de benauwde momenten op de onderzoekstafel er niet waren geweest.
Die zouden hoogstens terugkomen in zijn slaap. Als hij met zijn snorharen en poten trilt en schokt zal ik weten dat hij weer in de kliniek is. Want katten mogen dan geen bewuste herinneringen hebben, ze dromen, net als wij.
1 opmerking:
Inderdaad, katten dromen. Onze Sjaak maakt geluidjes in z'n slaap, bijvoorbeeld.
Wat blaasgruis betreft: daar weten we ondertussen ook het één en ander van. Afgelopen augustus, we waren net terug van vakantie, begon Sjaak ineens op allerlei plekken, niet zijnde één van de de kattenbakken, plasjes achter te laten.
Eén bezoek aan de dierenarts was genoeg voor het stellen van een diagnose. Blaasgruis, in combinatie met een ontsteking. Sjaak kreeg pijnstillers, antibiotica en dieetvoer. Die antibiotica zorgde nog voor wat gedonder. Er zijn soorten die met veel water moeten worden ingenomen. Het pilletje mag niet in de keel blijven hangen. Zonder dat water zit je direct na het innemen met een schuimbekkende kat, die zich geen raad weet. Dat van dat water was er niet bij verteld.
Desondanks was Sjaak, met de goede antibiotica, binnen een paar dagen weer het mannetje.
Blaasgruis schijnt vooral bij katers voor te komen. De dierenarts dacht dat er een relatie is met castreren.
Ondertussen eten al onze katten (één kater en twee poezen) hetzelfde dieetvoer. Volgens de dierenarts was dat geen enkel probleem. Kost een paar centen méér, maar dat hopen we weer uit te sparen in dierenarts-kosten.
Een reactie posten