vrijdag 2 december 2022

FILE


Alles viel op zijn plaats. De liedjes die ik als jongen had meegezongen met mijn held Boudewijn zong ik nu zelf. De woorden van Lennaert die ik al een leven lang kende kwamen gemakkelijk. Ik had geen behoefte om iets duidelijk te maken of over het voetlicht te brengen want de taal sprak, glashelder, voor zichzelf. Ik hoefde slechts haar spreekbuis te zijn, te veel expressie was eerder een handicap dan een hulpmiddel.
Bovendien was ik in vertrouwd gezelschap. Niet de eenzame troubadour op wie alle ogen gericht zijn maar één van een trio. Mijn zoon en zijn vriendin, de ouders van mijn kleinkinderen, speelden en zongen mee. Drie stemmen, drie gitaren. Ik had het gevoel dat ik veilig was, dat het welslagen niet van mij alleen afhing en dat ik liefdevol opgevangen zou worden als ik een fout maakte. 

Om kwart over twee waren we door ons repertoire heen. Naast jou had alleen nog een kampvuur nodig om een traditional te zijn, voor mij was het, ondanks de lappen tekst waar de jongere generatie wat moeite mee had, zoiets als The House of the Rising Sun.
Jenny ging Anna van school halen, ik pakte mijn gitaar in, praatte nog wat na met mijn zoon en maakte me op om in de gebruikelijke twintig minuten van Zaandam naar huis te zoeven.
Dat het verkeer compleet vastzat op de uitvalsweg weet ik nog aan het tijdstip. Tegen drieën, een vroeg spitsuur vandaag. Maar toen ik ruim een half uur later nog steeds op de Kolkweg stond, slechts een autolengte per keer vorderend richting de A10, begon ik me toch zorgen te maken. Mijn gedachten hadden dat half uur vaag en aangenaam spelend bij de repetitie vertoefd. Nu begonnen ze te verdampen en werd mijn aandacht ten volle ingenomen door de stroom van auto's en vrachtwagens waarin ik gevangen zat. Geen uitweg mogelijk, ik zat muurvast.
Daar verschenen twee lichtbakken, links en rechts: COENTUNNEL DICHT zeiden ze. Ik belde mijn zoon. Hoe kon ik het beste naar huis gaan via een andere route? Er was eigenlijk maar één optie: de noordelijke ringweg. Maar ook die zat potdicht, zag mijn zoon op internet. 

Wat te doen?
Niks. In muziek had ik geen zin, mijn oren waren nog zo lekker vol met die van onszelf. Ik schuifelde lijdzaam verder, telde iedere meter als winst, probeerde mijn ongeduld te bedwingen. Toen ik merkte dat er desondanks kleine paniekgedachten opborrelden ging ik in wat ik maar de zenstand zal noemen. Ik concentreerde me op mijn ademhaling. Diep en rustig in door de neus, krachtig en langzaam uit door de mond. Minuut na minuut na minuut verstreek zo. Mijn longen voeren er wel bij.
Eindelijk, eindelijk op de Ring beland genoot ik van elke kleine vordering. Soms mochten we even rijden, mijn weggenoten en ik. Dat maakte de taaie meters daarna (want onherroepelijk werden we teruggefloten en tot hernieuwde wandelpas gedwongen) draaglijk. Toen ik de begeerde afslag Buitenveldert naderde vond ik het bijna jammer, want mijn tocht had ondertussen iets heroïsch gekregen; ik wilde een record breken, een prestatie kunnen melden. 

Thuis appte ik mijn zoon: 'Twee en een half uur over gedaan. Pfft. De HEL! Een biertje heb ik nu wel verdiend.'
Hij was het daarmee eens. Maar terwijl ik me een bokje inschonk bedacht ik dat het eigenlijk niet zo heel erg geweest was. Het gevoel van veiligheid en verbinding tijdens de repetitie had me erdoorheen geloodst. Meer nog dan mijn ademoefeningen konden doen. 


***


"Wat geweest is, is geweest"
Een ode aan Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh

Zondag 18 december, 15.00 uur
De Noordeinder Vermaning, Noordeinde 18, 1485 EV, Noordeinde
Reserveren gewenst: 06 23342980
Entree: 15 euro

Jan-Paul van Spaendonck: zang en gitaar
Jenny van de Wateringen: zang, gitaar en dwarsfluit
Martijn van Spaendonck: zang, gitaar en mandoline

Met Maria van Spaendonck: zang

Foto: Paulien Kop

Geen opmerkingen: