Om allerlei redenen, sommige tijdelijk, andere meer structureel, voelde ik me niet al te goed. Nerveus en bedrukt. En dan: het regende en het was november, leest u er Bloem maar op na. In zo'n toestand is het altijd prettig als je door de werkelijkheid wordt meegesleurd - als je iets moet. Voor het blok gezet blijk je best te kunnen werken en knap je daar zelfs van op. Werk is houvast, een droog pad dat uit het moeras leidt waarin je dreigde weg te zakken.
Ik moest die middag lesgeven en zat achter de vleugel. Ik hoorde mijn stem, bedachtzaam, quasi alwetend, oreren over de balans tussen spanning en ontspanning, die wezenlijk is voor goed zingen.
Mijn leerling knikte waarderend. Ze begon opnieuw, nu met minder geforceerde toon. Toen gebeurde er iets. Ik hoorde haar vastlopen in een hoge passage, het geluid klonk gesmoord en hees. Ik dacht eerst nog aan de resten van een koutje, maar algauw barstte ze in snikken uit en stroomden de tranen over haar wangen.
Ze had veel voor haar kiezen gehad, vertelde ze, de laatste tijd, en die weggedrukte spanning kwam er nu uit. Ik voelde me een beetje verlegen en probeerde vaderlijk en bemoedigend te kijken. En ik stelde haar gerust: 'Ach, je moest eens weten hoeveel huilende leerlingen ik hier aan de piano heb gehad in al die jaren. Dat is wat zingen met je doet. Het maakt emoties los. Niks om je voor te schamen, het is juist gezond, een uitlaatklep.'
Ze nipte dankbaar van het glaasje water dat ik haar had aangereikt.
'Kun je nog verder?' vroeg ik. 'Jawel hoor,' zei ze, 'ik voel me nu stukken beter.'
En daar ging ze, zonder probleem nam ze de hoge noten.
Toen ze weg was pakte ik mijn favoriete albums, de liederen van Schubert en Schumann. Ik sloeg ze open bij mijn lievelingsliederen en zong wat. Maar er gebeurde niks. Ik ergerde me lichtjes aan mijn matige stemconditie, dat was alles, van een catharsis was geen sprake.
Ik heb het vaak horen zeggen: wat is het toch fijn als je van je hobby je beroep kunt maken. De waarheid is helaas eerder, dat je een hobby verliest zodra die je professie wordt.
Ik moest die middag lesgeven en zat achter de vleugel. Ik hoorde mijn stem, bedachtzaam, quasi alwetend, oreren over de balans tussen spanning en ontspanning, die wezenlijk is voor goed zingen.
Mijn leerling knikte waarderend. Ze begon opnieuw, nu met minder geforceerde toon. Toen gebeurde er iets. Ik hoorde haar vastlopen in een hoge passage, het geluid klonk gesmoord en hees. Ik dacht eerst nog aan de resten van een koutje, maar algauw barstte ze in snikken uit en stroomden de tranen over haar wangen.
Ze had veel voor haar kiezen gehad, vertelde ze, de laatste tijd, en die weggedrukte spanning kwam er nu uit. Ik voelde me een beetje verlegen en probeerde vaderlijk en bemoedigend te kijken. En ik stelde haar gerust: 'Ach, je moest eens weten hoeveel huilende leerlingen ik hier aan de piano heb gehad in al die jaren. Dat is wat zingen met je doet. Het maakt emoties los. Niks om je voor te schamen, het is juist gezond, een uitlaatklep.'
Ze nipte dankbaar van het glaasje water dat ik haar had aangereikt.
'Kun je nog verder?' vroeg ik. 'Jawel hoor,' zei ze, 'ik voel me nu stukken beter.'
En daar ging ze, zonder probleem nam ze de hoge noten.
Toen ze weg was pakte ik mijn favoriete albums, de liederen van Schubert en Schumann. Ik sloeg ze open bij mijn lievelingsliederen en zong wat. Maar er gebeurde niks. Ik ergerde me lichtjes aan mijn matige stemconditie, dat was alles, van een catharsis was geen sprake.
Ik heb het vaak horen zeggen: wat is het toch fijn als je van je hobby je beroep kunt maken. De waarheid is helaas eerder, dat je een hobby verliest zodra die je professie wordt.
1 opmerking:
Erg mooi artikel.
Een reactie posten