woensdag 9 november 2016

Gedaanteverwisselingen in de herfst


Ik had een vergadering 's avonds over een nieuw baantje, ik zou meerijden. Om half acht zou ik opgepikt worden op het Roelof Hartplein. Omdat ik toch weer het braafste jongetje van de klas moest zijn stond ik er al om kwart over zeven. Een regen viel die ijzig aanvoelde, misschien zat er wat hagel of natte sneeuw in verstopt. Ik had voor het eerst van het seizoen mijn winterjas aan. Weggedoken in mijn kraag van imitatiebont, mijn hoed over de ogen getrokken, rookte ik een sigaret, de punt gloeide op. Het was een laat spitsuur. Natte gele bladeren glinsterden in het licht van koplampen en lantaarns. Opeens zag ik mezelf daar zo staan, als in een film noir, of op een platenhoes van Sinatra, zanger van het oude Amerika. En even gaf me dat een geluksgevoel, dat beeld, die romantische fantasie, dat imago. Net als heel vroeger, toen je nog dingen speelde.
Toen ik 's avonds terugkwam was ik dirigent van de 100-jaar oude maar nog steeds springlevende Amsterdamse opera- en operettevereniging Thalia. Ik zag mezelf een stokje staan zwaaien in een orkestbak, en ook dat beeld vervulde me met een onwennig geluksgevoel.

Geen opmerkingen: