dinsdag 22 maart 2011

SCHOLIERTJE

Op de eerste avond van de lente reed ik naar Buitenveldert. Omdat de betonnen lanen daar minstens zes-, zevenhonderd huisnummers hebben moest ik even zoeken, maar al gauw zag ik een bekend silhouet bij een fietsenrek: vrij korte gestalte, achterover gekamd haar, groot hoofd, dat op zijn borst leunde omdat hij een sjekkie aan het draaien was. Er hoorde een naam bij, maar die was ik even kwijt. We groetten elkaar even terloops als vertrouwd, alsof we elkaar gisteren nog gezien hadden. Er zong een merel in een nog kale boom. Het gebouw waar we moesten zijn straalde met veel glas en hardsteen vertrouwen uit. Het liep tegen half acht, we gingen naar binnen. In een ruim vertrek dat toebehoorde aan een bedrijf dat in stressmanagement doet stond een tafel klaar vol kannen koffie, thee en water, omringd door schalen koekjes en chocola. Op een kast vol spirituele boeken stond een zeepstenen Boeddhabeeld. Uit het raam, tegen de donkerende hemel, de skyline van de Zuid-As en de volle maan. Als ik gedacht had in een soort bijeenkomst van de AA terecht te komen kwam ik bedrogen uit, of werd ik aangenaam verrast zo u wilt. We schudden handen, niet iedereen kende elkaar, we waren op verschillende tijden binnengebracht en uitgezwaaid. Een voorstelrondje dan maar, zoals in de kliniek. Ik ben Rookzanger, 55 jaar, muzikant en schrijver, drie kinderen, gescheiden, vriendin, Amsterdam, drank. Dit rijtje opgefleurd met de nodige ad libs. Na het rondje verwachtte ik een thema, waarop iedereen zijn zegje zou mogen doen, in begripvol aangehoorde monologen. Maar in plaats daarvan ontspon zich een ontspannen gesprek. Ik leunde terug in mijn stoel en luisterde naar het wedervaren van mijn lotgenoten. Ik vertelde over die van mij. We knabbelden aan koekjes en wisselden nieuwtjes en roddels uit: dat mocht, omdat alles wat hier besproken werd immers binnenskamers zou blijven, volgens het protocol. - Hoe is het met die-en-die? - Slecht, heel slecht. Helemaal teruggevallen. - Ach guttegut. En met...? - Ik sprak hem laatst nog. Ik schrok van zijn gezicht: vol rode vlekken en opgeblazen. Hij wordt misschien weer opgenomen. - Niet zo mooi! Voor u nu denkt dat het daar bij de steungroep voor ex-geïnterneerden van een grote kliniek in het zuiden des lands wel erg nonchalant en zelfs cynisch toeging, wil ik u vertellen hoe een opluchting het is om op deze badinerende manier over zulke ernstige zaken te praten. Die ernst, die veronderstelden we bekend, die zagen we in elkaars ogen, daar hoefden we geen woorden aan vuil te maken. Het was net als in de kliniek: daar was je de hele dag bezig met diepgravende therapieën en was je blij buiten op het terras met je mederokers snelle en soms vrij harde grappen te kunnen maken. Zelfspot geboren uit de vanzelfsprekendheid van wederzijds begrip. Comic relief. Buiten de poorten zat ik al gauw weer naar woorden te hengelen die niet al te soft klonken om het leven in het dolhuis te beschrijven, en hoorden mijn gesprekspartners me met respectvolle ernst aan, wat me soms ongemakkelijk maakte. Ik hoorde mezelf gewag maken van loslaten en aanvaarding, van geweldloos communiceren, in het nu leven en het kind in jezelf toelaten, en de moed zonk me in de schoenen. Wat moesten ze wel niet denken? Ging er geen stille spot schuil achter die meelevende ogen? Hier was dat allemaal niet nodig. We spraken dezelfde taal, een taal met veel ellipsen: heel veel werd bekend verondersteld en hoefde niet uitgesproken te worden. We namen nog een scholiertje en hielden het luchtig.

3 opmerkingen:

nico van lieshout zei

Ernst en spot, Rookzanger, en naar woorden zoeken. Ik begrijp het.

'We namen nog een scholiertje en hielden het luchtig.'

Dat hoef ik als schoolmeester niet te proberen ..

Jan-Paul van Spaendonck zei

Beste Nico, 'A dirty mind is a joy forever'... Ik hoop dat de merk- of soortnaam Scholiertje algemeen bekend is? Of moet ik deze voor de duidelijkheid veranderen? Voor de Vlaamse lezers: een 'scholiertje' is een, o.a. bij Albert Heijn verkrijgbaar, biscuitje met een laag chocolade.

Hans Valk zei

Op een 'lichte' manier over drankverslaving te schrijven is iets wat je hier vaker doet. Een goed ding. Zoals je zegt: de ernst is goed genoeg bekend. Ook voor 'normale' mensen. Of, nou ja, voor sommige normale mensen.
De inleiding is mooi. Zoals het geleidelijk doordringt waar je naar op weg bent. Zou moeiteloos het begin van een complete roman kunnen zijn.