vrijdag 30 november 2018

Zingende zaag


Deze week zit er een zingende zaag in mijn hoofd. Een snerpend melodietje dat me 's nachts kwelt als ik niet kan slapen en overdag mijn gedachten dreigt te overstemmen.
Mijn zoon kwam met het plan om weer eens een Kerst- of Nieuwjaarsliedje op te nemen met de hele familie, zoals we dat jarenlang gedaan hebben. Natuurlijk juichte ik dat toe, want het was een mooie traditie en het gedoe eromheen zorgt voor veel plezier en saamhorigheid. Eerst het bedenken, schrijven en componeren, dan het in verschillende sessies (samen en apart) opnemen en als creatieve finale het maken van een sfeervol videootje.
Gisteren hapten we in pizza's en beten onze tanden stuk op de tekst. Natuurlijk hoeft zo'n liedje geen literair meesterwerk te zijn, maar je wilt toch een tekst van een zeker niveau afleveren, die niet ál te veel leunt op de genreclichés. Dus dit jaar mocht New Year in elk geval niet rijmen op beer en cheer, zoals we in het zorgeloze verleden wel gedaan hadden.
Mark, onze Ierse logé, zelf een levende spraakwaterval en bovendien een verduiveld kunstige poète maudit kwam tijdens de doorwaakte nacht waarover ik vorige keer berichtte spontaan met een verrassend alternatief. Removing all of the old veneer. Enthousiast ging ik aan de slag en werkte de metafoor verder uit. Maar uitgesponnen metaforen zijn voor een goed popliedje net zo dodelijk als te veel moeilijke woorden.
Onderschat het ambacht van liedjessmid niet! Wat we uit de radio horen komen is in al zijn eenvoud het resultaat van eindeloos puzzelen en passen tot de gladde, soepele en banale zinnetjes zijn gevonden die vloeiend op de melodie passen. Als het klinkt alsof het al bestaat dan is het goed. Als je denkt: zo'n liedje kan iedereen schrijven, dan is de missie geslaagd. In chansons of folksongs kun je hele verhalen kwijt, je kunt smokkelen met het ritme en een soort praatzingen gebruiken. De voordracht is immers vrij, zolang die maar globaal de melodie volgt is het goed. In klassieke muziek is het nog eenvoudiger: je bepaalt zelf de vorm en kunt de tekst, hoe onregelmatig die ook is van zinsbouw, moeiteloos volgen door van maatsoort en melodielengte te wisselen en vertragingen of versnellingen in te bouwen, lange en korte nootjes naar believen af te wisselen. Stravinsky zei ooit: 'Ik kan desnoods het telefoonboek op muziek zetten.' En zo is het ook. Iedere klassieke componist kan dat, zou ik eraan willen toevoegen.
Maar in zo'n popliedje is dat allemaal verboden. Het stramien is strikt. Het is een korset waarin je naar lucht hapt. Hoogstens kun je een paar onregelmatigheden aanbrengen als krenten in de pap, zoals Abba en The Beatles dat deden. Uitzonderingen die de regel bevestigen.
Zo zit uw blogger (die toch echt wel gewichtiger zaken aan zijn hoofd heeft) ook vanochtend weer knarsetandend te kauwen op een paar simpele zinnetjes. Wat willen we zeggen? Hoe zeggen we dat gelikt, zonder te hakkelen, en een beetje chic in twee coupletjes, een bruggetje en een refrein? Het is als het oplossen van een cryptogram. Pas als de puzzel klaar is heb je rust in je kop. Tot het zover is moet je leven met die dreinende zingende zaag, die tergend herhaalt: Sliding into a brand new year/ removing all of the old veneer/ blablablabla bla bla, blablablabla bla.... 

(Foto: Kerstmis 2014)


Geen opmerkingen: