vrijdag 23 november 2018

De taxi van Maigret


Mijn eerste Maigret las ik in de trein. In de boekenkasten van mijn ouders stonden een paar verdwaalde Simenons. Ik had De poes weleens gelezen en vond het een goed maar ook deprimerend boek. Ik zocht toen (ik was twintig) iets anders in de literatuur dan het dagelijks leven. De kleine tragedies van het gewone bestaan wilde ik juist ontvluchten. Waarom zou ik in boeken iets willen vinden dat al ampel voorhanden was als ik om me heen keek? Literatuur moest poorten openen naar andere, grotere en mooiere werelden, naar andere tijden, naar meeslepende levens en woeste fantasieën. In Le chat was niets van dat alles aanwezig. Een treurige, benauwde huiskamer waarin twee oude mensen elkaar stilzwijgend haten en uiteindelijk dood pesten, dat was bepaald niet wat ik zocht als ik me losmaakte van mijn te krappe omgeving en me in een boek terugtrok.
   Het deeltje Maigret had ik uit de kast gepakt bij gebrek aan beter. Ik had even niets te lezen en besloot dan maar een krimi te proberen. Ik had genoten van de Ellery Queen-reeks. Dit was ongetwijfeld veel oubolliger, sprankelende taal en slimme grappen verwachtte ik niet in dit stoffige en vergeelde pocketboek, maar het verdiende een kans.
   Ik had het weekend bij mijn vriendin in Amsterdam doorgebracht. Zaterdag was het nachtwerk geworden en ik keerde op zondagavond met een stevige kater terug. In het naargeestige TL-licht van de naar verschaalde tabaksrook stinkende coupé sloeg ik mijn Bruna-pocket open.
   Ik zat naast Maigret in een Parijse taxi. Het was een avond in het donkere seizoen en het regende. Mijn dikke reisgenoot, weggedoken in zijn wollen overjas, deed kleine trekjes aan zijn pijp en keek mijmerend uit het raam, naar de lichtjes van de stad die vervloeiden op het natte glas, naar de schimmen van haastig passerende mensen. Een intense behaaglijkheid kwam over me. De trein naar Amersfoort werd die Parijse taxi. Dit was precies hoe ik me wilde voelen: in een wolk van gepeins gehuld, veilig in mezelf verschanst.
   Ik heb - veel later - alle Maigrets gelezen en er veel plezier van gehad. Maar die ene passage heb ik nooit terug kunnen vinden.

Geen opmerkingen: