vrijdag 13 mei 2016

EEUWIGHEID


‘Eeuwigheid. Iedereen kent dat gevoel. Dat iets eeuwig is en nooit voorbijgaat. Zo dragen wij allemaal een stukje eeuwigheid in ons mee.’
Ik keek de juf verbaasd aan. Meestal gaan de kleine leringen tussen de meditatie door over dat befaamde hier en nu. Maar niet daarom was het dat ik verbaasd was. Dat uitgewrongen en schijnbaar alledaagse begrip ‘hier en nu’ blijft me altijd maar ontglippen, het is me, in al zijn banaliteit, te abstract. Maar dit net zo ogenschijnlijk onalledaagse begrip was als een zaadje dat zonder al te veel dwarrelingen neerviel en prompt wortel schoot. Was eeuwigheid soms hetzelfde als hier en nu? In metafysische zin dan? Moest ik toch hoger reiken in mijn zoektocht naar het spirituele, in plaats van dieper bukken?
Ik wilde daar op het terras waar ik mijn koffie ging drinken eens rustig over nadenken. Maar toen ik daar eenmaal zat kwamen er weinig gedachten op en merkte ik dat ik heel tevreden was met gewoon daar te zitten en om me heen kijken. Het weer was ideaal. De door een zachte wind veraangenaamde morgen van een zomerse dag. Er waaiden glinsterende zaadjes door de lucht. Alles wat van mijn rêverie overbleef was dat woord, eeuwigheid. Het slot van Mahlers Lied von der Erde kwam even langs, met de woorden van Wang Wei: ‘De aarde is dezelfde overal, en eeuwig, eeuwig zijn de witte wolken.’ Ik hoorde de harp, het plukken van een mandoline, een altstem.

Een herinnering kwam boven aan een ander terras, in Castagneto Carducci, aan de Toscaanse kust. We brachten daar de ochtenden van een zomer van lang geleden door, met de familie. Alleen mijn vader bleef koppig voor de caravan zitten lezen in zijn boek van Jung, die had besloten dat het te warm was buiten de schaduw van de olijfboomgaard en wilde onze verzekering, dat het bij het zwembad, op het hoge, marmeren terras, in de ochtendbries, zo aangenaam was, niet aannemen. We namen af en toe een duik. Dronken cappuccino, toen nog een exotische traktatie, en later op de morgen Campari. Ik las een paar bladzijden in Hesse's Italiën en schreef wat in een dagboekje. Maar de meeste tijd keek ik uit over de zeepsteengroene zee naar de vage horizon en voelde ik me op een tijdloze, lauwe en behaaglijke manier leeg.
Meer scherven van voorbije jaren lieten zich zien, ze vormden samen een mozaïek. Bijna allemaal Italiaanse taferelen. Allemaal deelden ze die glanzende leegte. Of liever: die glanzende volheid (van kleuren, vormen en indrukken), ervaren door een lege geest, waaruit (tijdelijk en tijdloos) herinneringen aan gisteren en gedachten over morgen weggefilterd waren. Het resultaat van die zuivering was een gevoel van compleetheid; een liefdevol, lui en zacht weemoedig, woordeloos en kalm euforisch opgaan in dit ene moment, dat eeuwig was.
Dit moment op het terras van Wildschut was een verre nazaat van die andere momenten en samen boden ze een glimp op de eeuwigheid, die wij allen in ons hebben volgens mijn zenmeesteres. Weg was de tandarts met wie ik zojuist een afspraak had gemaakt voor de extractie van een ontstoken kies. Weg was die zorgelijke mail over licentieproblemen voor een opdracht. Al die zaken van gisteren en morgen hadden hun betekenis verloren in dit ene moment van geluk, dat altijd binnen handbereik lag, als je wist waar je moest reiken. Niet te hoog misschien, maar ook zeker niet te laag.


-------------------------------------------------------------------------------------------------


Te bestellen: De Chinese fluit, vertaalde gedichten van Hans Bethge; bibliofiele uitgave. Nu 15 euro. Als u die som op mijn rekening NL68 INGB 0004 1228 48 overmaakt en uw naam en adres vermeldt, krijgt u de 21 gedichten gesigneerd toegestuurd.

Geen opmerkingen: