dinsdag 15 maart 2016
POPPENSPEL
De morgen is grijs en mistig. Op het balkon koert een duif. Ik ben vandaag vroeg en opmerkelijk monter opgestaan omdat ik me verheugde op de routine die ik nog maar kort geleden als een keurslijf ervoer. Dinsdag, blogdag. Na de stroomversnelling van een paar ongewone, drukke dagen leek het me heerlijk om weer in mijn gewone doen te zijn. Maar het gewone doen laat zich nog niet zo makkelijk pakken, het schiet weg als ik mijn hand ernaar uitsteek, ontglipt me toch nog als ik denk het beet te hebben. Ik kijk naar de mist en luister naar de duiven die lente beloven terwijl er nog geen merel gezongen heeft en probeer de beelden die in mijn hoofd tevoorschijn springen een ordelijk plaatsje te geven.
Ik had een huis tjokvol familie op de dag dat ik zestig werd. Er lijken twee manieren te zijn om met zo'n beladen datum om te gaan, als ik kijk hoe leeftijdgenoten het doen: groots vieren, of totaal negeren. Dat eerste wilde ik niet. Ik houd niet van massale feesten, zeker niet als ze in handen van professionele catering worden gegeven en in een afgehuurd zaaltje worden gehouden. Maar helemaal niets doen vond ik toch ook vreemd. Vluchten naar een vreemde stad, dat had nog gekund; er liggen nog kortingsbonnen voor een hotel in Brugge, een cadeautje voor een kwart eeuw ANWB-lidmaatschap. Maar omdat ik de dagen ervoor en de ochtend van mijn verjaardag zelf nog werken moest verviel die optie. Bovendien wilde ik mijn dochters niet teleurstellen, die zich verheugden op een beetje ouderwetse reuring in mijn stille huis.
Een compromis dan maar. Alleen familie. Maar met mijn kinderen, mijn vriendin, mijn broers en zuster, mijn nichten en de vrienden die door bloedbroederschap of peetvader- of -moederschap familie zijn geworden en hun vrouwen en kinderen was mijn etage helemaal gevuld. Iedereen was goed gehumeurd, dorstig en hongerig. Te midden van de vrolijke chaos sliepen Snuf en Snuitje vredig, na een kleine, bijna plichtmatige poging om taart en worst van tafel te stelen. Ik dacht aan een verhaal van Janwillem van de Wetering over een congres van zenmeesters. De verlichte mannen komen onderweg aan op een groot station in Tokyo en raken volslagen in paniek. Vergeten al hun lessen en rennen als kippen zonder kop door de hal. Dan deden mijn katten het beter.
De morgen na mijn verjaardag was ik zelf een beetje katterig van het bruisen van de gesprekken en de ongewende feestwijn, maar het gewone doen was nog lang niet in zicht: de Londense vriend van mijn dochter arriveerde per bus, er werd kennis gemaakt en de hele dag - een helblauwe, open dag - werd er Engels gerateld. We aten van de feestresten en daarna vertrok ik naar mijn koor, blij dat ik weer even gewoon mocht doen wat ik altijd doe op maandag. Maar 's avonds in bed, met Bleak House van Dickens, dacht ik aan wat T. allemaal over dat boek had verteld. Hoe Dickens als een ware puppet master al zijn personages laat dansen in een superieur geplot ballet. Ik las een hoofdstuk en viel onmiddellijk na het sluiten van mijn ogen in een diepe slaap. Een marionet in een door mijzelf geregisseerd poppenspel.
Labels:
Charles Dickens,
literatuur,
mindfulness,
theater
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
Ja, dat kon niet uitblijven. Eerst de Dwarse Man die van zijn zestigste verjaardag een kleinschalig drama maakt en nu heb jij die verjaardag ook moeten vieren, natuurlijk.
Ik begrijp die verhalen over het "beladen" karakter van een zestigste verjaardag niet zo goed. Stel jezelf de vraag: had je die datum liever niet bereikt, dan? Onlangs alle zwaarmoedigheid bij jou en Roberto weet ik vrij zeker dat jullie beider antwoord ontkennend luidt.
Voor de mogelijkheid dat jullie bevestigend antwoorden had ik nog een hele harde in gedachten, maar die schrijf ik toch maar even niet op.
Dat je van dat zestig worden geen nummer hebt gemaakt siert je trouwens wèl, Rookzanger.
De ontluisterende (misschien ook wel: geruststellende) werkelijkheid is dat er na je verjaardag niets veranderd blijkt. Het leven gaat gewoon door en je bent nog steeds wie je was. Eigenlijk betekent zo'n verjaardag niets.
Het belangrijkste aspect is misschien nog dat je alle naasten weer eens even hebt gezien en gesproken en dat je jezelf in hun warmte hebt kunnen wentelen.
Nou, dan kan weer als je eenenzestig wordt.
Ik hoop je nog eens te spreken als je tachtig bent geworden. Denk eens aan die mogelijkheid en glimlach om de gedachte.
Een hoop open deuren, Valk! En bespeur ik daar ironie? Nee, geen nummer: een hele cd zal er komen, ter gelegenheid van deze imaginaire mijlpaal! Dat je gewaarschuwd bent!
Dat van die open deuren zal best waar zijn, maar is die beladenheid van de zestigste verjaardag dat niet ook?
Ben je nou blij dat je nog niet dood bent, of niet? Dat is wat uiteindelijk telt en als het antwoord 'ja' is, dan is er alle aanleiding om met volle kracht door te leven.
De dood blijft niet langer weg als je dat niet doet. Integendeel.
Treuren om de jeugd die je niet meer hebt; dàt is een open deur. En desondanks een rare gewoonte.
Als je ironie ziet is de opzet van mijn reactie geslaagd!
Die CD lijkt me prima. Maar graag mèt ironie en de wijsheid van hem die weet dat wat ie heeft verloren is vervangen door iets anders, dat ook de moeite waard is..
Je leest een hoop uit dat ene woordje 'beladen', moet ik zeggen. Ik zie in mijn stukje geen zwaarmoedigheid, die destilleer je uit eerdere stukjes, denk ik. Het monumentale van dit soort data ontkennen lijkt me overigens ook tamelijk naïef. Net doen of je niet ouder wordt en of het leven volledig maakbaar is en één groot dansfeest tot het einde - je jaren tellen niet, alleen 'hoe oud je je voelt'- dat laat ik aan andere types over dan ikzelf ben. Dat ik te zwaar op de hand ben is duidelijk. Maar mijn weemoed maakt me nog niet wanhopig! Voor een bejaarde begin ik tenslotte pas.
Die laatste constatering gaat de goede kant op.
Doe nou 's voor heel even naief en laat "voor een bejaarde" eens weg..
Natuurlijk merk ik ook dat ik ouder word.
Qua hardlopen liep ik 2 km in 10 minuten toen ik 30 was. Dat was mijn, laat ik zeggen, 'natuurlijke' tempo. Dat is nu 11 min. 30 sec. Ik heb de afgelopen maanden bij de fysiotherapeut gelopen, omdat mijn linkerarm nogal stijf en pijnlijk was geworden bij bepaalde bewegingen. Dat is nu weer vrijwel weg, maar ik krijg de arm niet meer zo ver op mijn rug als een jaar of twee terug.
Je hebt ook gelijk dat je stukje niet zwaarmoedig was, buiten misschien de vermelding van de 'beladen' datum. Maar dat bedoelde ik ook toen ik schreef dat je er geen nummer van maakte.
Data zijn voor mij niet monumentaal. Ik zie wel degelijk mijlpalen, maar die zijn van heel andere aard. Zo ziet het er bijvoorbeeld naar uit dat ik over een paar maanden met pensioen ben. Dat gaat ècht iets betekenen voor wat ik doe en hoe ik leef. Dat ik na dat pensioen met een paar honderd euro in de maand minder moet zien rond te komen is daarbij nog een kleine uitdaging extra. Maar zelfs daar verheug ik me bijna op.
Dan weet je even waar die euforische stemming van mij vandaan komt.
Ik beloof je dat ik, als het eenmaal zover is, je blog niet zal bedelven onder enorme lappen tekst met een teneur à la de Positivo's van Koot en Bie.
Een reactie posten