dinsdag 22 september 2015

OOGSTFEEST

Vooruit, nog één festival dan. Nog één keer mijn maal doen met kleine bordjes duur eten, gekocht bij stalletjes en kookwagens, nog één keer half verveeld, half geamuseerd rondwandelen langs attracties die je zou versmaden als ze in een theaterzaal werden gepresenteerd. Nog één keer – met de natte nazomer was het op een dag na gedaan, de herfst keek verlangend om de hoek, hierna moesten we weer twee seizoenen lang entree betalen, de jassen afgeven bij de garderobe en keurig op stoeltjes zitten, als we iets aan cultuur wilden doen.
Nieuw-West Fest heette het, en het trok me aan vanwege de locatie: de Tuinen van West, waar ik afgelopen lente zelf nog de muziek had verzorgd bij een culturele fietstocht. Eigenlijk was het een soort oogstfeest, dit ‘fest’. Je kon zelf naar hartenlust plukken uit wat De Fruittuinen en de Stadskwekerij te bieden hadden. Ik parkeerde de auto op de voorgeschreven centrale parkeerplaats en moest nog een kwartiertje lopen door de rimboe voor ik aan de einder rook zag opstijgen uit een zigeunerkampje: daar moest het zijn.
Bij de ingang liep een Antilliaanse meneer te jongleren met een uit zijn krachten gegroeide kalebas: de grootste die er bestond, riep hij enthousiast tegen iedereen die het wilde horen. Ik zag vrouwen met hoofddoeken huiswaarts gaan met tassen vol groente. Maar ik zag ook hipsters met gecoiffeerde baarden, jonge gezinnetjes, sportieve ouderen. Men was er blijkbaar in geslaagd om diverse culturen en verschillende leeftijdsgroepen aan te trekken, dat heb ik in het als moeilijk bekend staande stadsdeel wel eens anders meegemaakt. De geur van eten, Grieks, Spaans, Indisch, Caraïbisch, biologische frieten, walmde de herfstlucht in en mengde zich met de rook van de houtvuren. Overal op de tafels stonden lege flesjes van Brouwerij De Zeven Deugden, ambachtelijk bier met namen als Scheepsrecht (lekker bij stoofpotjes en rode kool), Stoutmoedig (bier om in te bijten, met koffie) en Koor Blond (de geur van vers hooi). Het kraampje was al bijna door zijn voorraad heen.
Mijn vriendin had zich inmiddels per sms gemeld. Ze zat bij het hoofdgebouw van De Fruittuinen. Ik wandelde over het bemodderde pad derwaarts en voegde me bij haar. We luisterden naar de prachtig uitgevoerde bossa nova’s van Femke Smit, de dochter van mijn ‘oom’, vriend en mentor Henk Smit. De wind stond onze kant op en toen de rook van de vuurplaats ons te veel de adem begon te benemen wandelden we terug naar het zigeunerkampje. Er was hier eten genoeg, als we daar gebruik van maakten hoefden we thuis niet meer te koken. We aten wat hapjes, deelden een zak knoestige friet, en besloten tot slot nog een pitabroodje te kopen bij een standje van het Griekse restaurant Plato, dat al vanaf mijn jeugd huist op het desolate Confuciusplein. Ik heb daar nooit iemand naar binnen zien gaan, en ook hun kraampje zag er zieltogend uit. De aanschaf was er een uit medelijden, maar het broodje werd vers bereid, ons vriendelijk aangereikt, en was uitstekend. Mijn vriendin sneed nog een arm vol rode en gele zonnebloemen af in een modderig veld, en daarmee gewapend lieten we de zomer achter ons.

Geen opmerkingen: