dinsdag 26 september 2017

De Vis à Vis-traditie


Achter de nevel had de zon nog de kracht van de zomer. Ik keek naar het silhouet van de bomen en moest mijn ogen beschutten tegen de platina gloed, waarin steeds meer koper kwam naarmate het later werd. We aten op een strandterras, ik een vegetarische pasta, mijn tafeldames zalm in een kruidenkorstje. Dat was de reden dat ik steeds naar die bomen moest kijken, tegen de zon in: bomen op het strand, dat is vreemd. Het strand zelf was trouwens ook vreemd: een waas van groen gras lag over het zwartige zand.

We waren hier terechtgekomen, in strandpaviljoen Poort Dok op het Almeerderzand, na een voorstelling van Vis à Vis. Al een aantal jaar gaan we bijna iedere zomer naar hun theaterstukken, die opgevoerd worden op hun eigen terrein dicht bij de rand van het IJmeer. Spectaculaire voorstellingen zijn dat, met industrieel ogende decors, door hijskranen getakelde stunts, explosies, vuurwerk en verbluffende staaltjes van techniek. We waren het erover eens dat Silo 8 uit 2010 moeilijk overtroffen kon worden, maar deze Mare was zeker niet hun slechtste. Slapstick en absurdisme met een boodschap, hoewel die laatste nogal dunnetjes was. Terwijl ik me vergaapte aan een onderwater rijdende taxi waarvan alleen het dak zichtbaar was vroeg ik me af hoe de makers met de werkelijkheid zijn omgegaan, toen hun apocalyptische toekomstvisioen nog geen maand geleden in Houston werkelijkheid werd: de journaalbeelden kwamen hier tot leven. Is er van tevoren iets gezegd, een excuus of een ernstig, vermanend woord, of hebben ze de coïncidentie maar laten passeren? Maar vooral dacht ik: wat moeten die acteurs bekaf zijn na elke voorstelling; alles speelt zich op, in en onderwater af. Net als bij het ballet wordt enorm veel kracht, discipline en energie gestoken in een moeiteloos ogende illusie.
We besloten de voorstelling volgend jaar, als hij in reprise gaat, nog eens te bezoeken, maar dan 's avonds. Mooi uitgelicht zou alles er nog veel fraaier uitzien dan op deze nazomermiddag.
Na afloop dronken we wat. De vuren brandden nog niet. We verwonderden ons erover dat iets wat je eens bij toeval doet door herhaling uit kan groeien tot een ijkpunt in het jaar. Iedere zomer Vis à Vis, vaste prik, met uitzondering van één seizoen, toen ze een reprise speelden van een stuk dat ons niet zo was bevallen. We maakten een lijstje en bespraken de verdiensten van de verschillende shows.
Maar thuisgekomen twijfelde ik daaraan. Ik telde de voorstellingen die we hadden bijgewoond en kwam uit op zeven keer, in tien jaar. De eerste, Bij Nacht en Ontij, moeten we al in 2007 hebben gezien. Het geheugen heeft de hardnekkige neiging om de zaken compacter en simpeler te maken. Is dat erg? Nee hoor. Ik zeg het graag en blijf het gewoon zeggen: elke zomer gaan we met mijn jongste dochter naar Vis à Vis. Het is een lange en inmiddels ook eerbiedwaardige traditie, want die eerste keer was ze nog een meisje en nu is ze een vrouw van vijfentwintig, die gelukkig op zijn tijd nog net zo hard kan lachen, joelen, fluiten en klappen als dat meisje van toen.



(Foto's: Maria van Spaendonck)


2 opmerkingen:

Robertyo zei

Ik koester warme herinneringen aan de Dogtroep. Zo te zien zijn dit waardige opvolgers!

Jan-Paul van Spaendonck zei

Een soort Dogtroep for the millions, Robertyo (y?)