vrijdag 22 januari 2016
CHOCOLA
Nog geen week geleden was ik voor mijn doen opvallend monter. Ik had veel werk te doen, en in plaats van daartegen op te zien was ik het motto indachtig dat zegt 'elke mars begint met één enkele stap' (Lao Tze, meen ik). Ik verdeelde mijn tijd eerlijk over al mijn klussen, in de overtuiging dat ze allemaal vroeg of laat wel tot een goed einde zouden komen. 'Je moet het gewoon maar doen,' zei ik tegen mijn vriendin, alsof ik daarmee een nieuwe volkswijsheid debiteerde.
Toen kreeg, schijnbaar plotseling en uit het niets, de lamlendigheid van januari me te pakken. Ik liep door de stad om een cadeau voor mijn dochter te kopen, die vandaag verjaart in het verre Londen. Ik aarzelde lang in Waterstones, pakte boek na boek uit de schappen. IJswater lekte van mijn hoed op een display van luxe uitgaven, ik hoopte maar dat de verkopers het niet zagen. Ik verliet de zaak en ging naar het American Book Centre. Ook daar talmde ik onnodig lang in het overdadige aanbod. Al die duizenden fleurige uitingen van cultuur, ieder voor zich het resultaat van jaren werk, hoe moest je daaruit kiezen? Ik pakte mezelf bijeen en liep terug naar Waterstones. Met mijn hoed in mijn hand bekeek ik nogmaals de boeken van mijn eerste keuze en hakte de knoop door. Toen ik thuis kwam had ik een cadeau waarover ik toch niet helemaal tevreden was en ik had een paar uur op nogal koortsachtige wijze verspild.
Daags daarna was ik een hele middag lang onnodig nerveus voor een voorstelling. Omdat ik geen tijd had om te eten haalde ik bij de Albert Heijn een paar sandwiches en een flesje vitaminedrank. Ik vergat chocolade. Van die omissie lag ik later wakker, want chocola op het juiste moment kan wonderen doen, als je een energiedip hebt en plotseling treurig wordt. Stom om dat te vergeten! Hoogste onprofessioneel om daarin niet te voorzien! Het werd acht uur en er waren nauwelijks mensen. Tegen het einde van de voorstelling voelde ik een spanningshoofdpijn opkomen. De muziek leek me net zo zinloos als de kleurige kaftjes van al die boeken in het ABC. Waartoe toch, al deze inspanning? Al die zenuwen, al die voorbereiding, al dat vakmanschap, al die drukte, voor een handvol toeschouwers, waar was het allemaal goed voor?
In bed probeerde ik niet te denken aan de vergeten chocola. Ik kon het niet overdoen. Ik had net gelezen dat er volgens de geleerden een spiegeluniversum moet bestaan waarin de tijd terugloopt; een troostrijke gedachte, zoals symmetrie altijd troostrijk is. Ergens in de kosmos ging ik vanuit mijn bed terug de avond in, door de kille mist, van het slotakkoord naar de ouverture, en aarzelde ik voor de schappen om uit het chocoladeaanbod de juiste keuze te doen.
Ik was net begonnen in een ambitieus dikke roman van Dickens maar koos voor dit moment een oude Maigret. De voorspelbaarheid daarvan was geruststellend en slaapverwekkend.
Vanochtend wilde ik eerst niet opstaan. Maar de lucht kleurde mooi roze en de broers Snuf en Snuitje sprongen vrolijk naar mijn tenen. Ik knipte mijn laptop aan, zocht de wekelijks column op van collega Nico van Lieshout, en las een vreemd antwoord op mijn vragen:
"Maartje Wortel memoreerde het verhaal van de man die elke dag zijn huis verliet, naar elke dag dezelfde lantaarnpaal liep om zich daarvandaan elke dag weer met de taxi naar huis te laten brengen. Daarna keek ze de overvolle zaal van Spui 25 in en zei: Dit is jullie lantaarnpaal. Ik begon het te begrijpen."
Labels:
Charles Dickens,
literatuur,
Maigret,
muziek,
theater
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten