vrijdag 4 december 2015

De zonnige kijk van Sunny Bergman


De half-Ghanese vriendin van documentairemaakster Sunny Bergman was terug in Ghana gaan wonen omdat het leven er minder voorspelbaar was dan in Nederland en ze dientengevolge gedwongen werd ten volle te leven. Ja, dacht ik, ingezakt voor de tv, daar zit wat in – jij zit maar angstig te wachten of je AOW nog wel komt, initiatiefloos gemaakt door een verzorgingsstaat die bezig is als een slecht gerezen soufflé in elkaar te zakken. Moet jij ook niet naar een ver land, opnieuw beginnen, ten volle leven?
Die zwarte mensen glommen van levenslust, dat zag je zo. Bergman, nog niet zo lang geleden hersteld van een burn-out, was gaan onderzoeken hoe er ginds met psychische problemen werd omgegaan. Wat bleek? Die waren er niet. Het Ga kende geen woord voor depressie. Vermoeid, verdrietig, verder kwam de taal niet.
Ik schoof ongemakkelijk heen en weer in mijn luie stoel. Een schuldbewust stemmetje, bijna vergeten in een hoekje van mijn geest, fluisterde: zie je nou wel? Welvaartsverschijnselen. Ingebeelde ziekte, Westerse decadentie. Een licht gepieker volgde. Al die glimmende mensen leefden in een hecht sociaal verband, deelden hun emoties, namen het leven zoals het kwam, van dag tot dag. Wij westerlingen waren op een dwaalspoor, het Avondland was gedoemd om ten onder te gaan in overmatig subtiel, cerebraal individualisme.
Maar halverwege de documentaire werd er een oom geïntroduceerd. Deze man glom ook, maar met een stillere glans. Hij was kinderloos gebleven en een tijd aan de drank geweest. Soms had hij zich van het leven willen beroven. Hij kon er nu om lachen, want de Heer had hem gered. Hoewel, toch niet helemaal. Hij bleef buien houden waar in het Ga geen woord voor was.
Ik ontspande weer wat, het stemmetje zweeg.
De oom ging naar de toverdokter. Die liet hem zien wat zijn probleem was: hij had, uit faalangst of verlegenheid, de zetel en de positie van dorpsoudste geweigerd en daarmee het ongenoegen van de voorvaderen over zich afgeroepen. Vervolgens werd er uitbundig gedanst en gezongen. Deze rituelen, legde een Ghanese intellectueel uit, waren vergelijkbaar met onze psychotherapie en fysiotherapie, maar dan alles in één, doorverwijzing overbodig. De vriendin van Sunny Bergman was niet blij met deze uitleg. Die legde alles langs de Westerse meetlat, vond ze. Maar ik vond haar wrevel ook een beetje arrogant. Ik stelde me voor hoe een Ghanese filmer een reportage zou maken over een psychotherapeutische sessie en daarna de praktijk van een fysiotherapeut zou bezoeken. En dat er dan iemand met een bril zou uitleggen: eigenlijk is de psycholoog een toverdokter, en in plaats van dansen worden wij gemasseerd om onze spanningen af te schudden. Een conclusie die ik ten volle zou onderschrijven.
Sunny had ons de zonnige kant van een andere samenleving willen laten zien. Maar zolang er drinkende en depressieve ooms bestonden was het in Ghana toch niet zo wezenlijk anders dan bij ons, leek me. Niet anders genoeg in elk geval om mijn luie stoel te verlaten, een visum aan te vragen voor Donker Afrika en mijn twijfelachtige AOW niet langer af te wachten.

Geen opmerkingen: