vrijdag 24 februari 2017

OOIEVAAR


In het Vondelpark richtte ik mijn pas naar de plek aan het water vanwaar je het ooievaarsnest kunt zien. Daar had ik tweemaal een ijsvogel voorbij zien vliegen. De tweede keer had hij zelfs stilgehouden op een tak, zodat ik meer dan een blauwe steekvlam zag: tien volle seconden lang misschien wel had ik zicht op zijn warm-oranje borst.
Ik ging er zitten op een bankje. Ik richtte mijn blik op de ooievaar. Als ik me daarop concentreerde zou de ijsvogel misschien als bijvangst verschijnen. De ooievaar stond op het nest, liet de wind om zich heen spelen en verroerde zich niet. Achter hem of haar veranderden de wolken van vorm, veranderde het licht van kleur, werd de hemel koel en beurtelings warm. Andere vogels scheerden, fladderden of wiekten voorbij: ganzen, parkieten, meeuwen, kauwen. Mijn gedachten schoten als de vogels alle kanten op. Toen ik me ervan bewust werd dat ik afgeleid was trof ik mezelf aan, midden in een gesprek met mijn schoonzoon. Ik was hem aan het vertellen wat ik hier zojuist opschreef, geen idee waarom. Maar wat was ijsvogel in het Engels ook weer? In het Frans wist ik het: martin-pêcheur, die kennis dankte ik aan het zingen van de Histoires naturelles van Maurice Ravel. Maar Engels? Iets met een g, dacht ik. Ik schudde mijn hoofd om het te doen stoppen met malen. Op het moment dat het weer stil was geworden fladderde het woord er zomaar binnen. Kingfisher. Een oogwenk lang opgelucht en gelukkig gaf ik de ooievaar weer mijn volle aandacht. Die had nog steeds niet bewogen.



(Foto: Maarten Brante)

3 opmerkingen:

Hans Valk zei

Is het lang geleden dat je die IJsvogel zag in het Vondelpark? Voor de vorstperiode die we in januari en begin februari meemaakten, bijvoorbeeld?
Als het water in het Vondelpark toen dichtgevroren is, dan is het dat waarschijnlijk dagenlang gebleven. Mogelijk heeft de vogel de wijk genomen naar open water. Als ie wat minder ondernemend was, of hij vond elders geen open water, is ie misschien wel gewoon dood.
Dat is heel gewoon in de natuur. Er wordt behoorlijk veel doodgegaan in de winter.
Van de Kool- en Pimpelmezen, die afgelopen voorjaar werden geboren, is waarschijnlijk ook alweer meer dan de helft dood.
Maar dat heb ik hier al eens geschreven, geloof ik.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Begin deze maand. Zie: http://janpaulvanspaendonck.blogspot.nl/2017/02/handen.html.

We vervallen in herhalingen.... :)

Hans Valk zei

Duidelijk. Dan heeft ie het overleefd en kun je er lokaal van blijven genieten.
De IJsvogel is in minder dan tien jaar tijd van een zeldzaamheid een bijna algemene vogel geworden.
Soms kom ik ergens, en naar de plek kijkend (de biotoop, in dit verband) denk ik dan: "hier zouden wel eens ijsvogels kunnen zitten". Als ik dan rustig ga zitten en even wacht, zie ik er ook nogal 's een.
Het is altijd weer een feest.