woensdag 6 april 2011

GERETOUCHEERD PORTRET

Het ging precies zo als ik had gevreesd. Ik kreeg een mail van Sigrid uit Amstelveen. Ze had opa gegoogeld en was op mijn blog terecht gekomen. Ze wees me erop dat er nogal wat foutjes stonden in mijn verhaal (zie 4 maart) over Koos Grosman, en gaf me haar telefoonnummer, voor als ik nog belangstelling had. Ik pakte meteen de telefoon.
Sigrid is de kleindochter uit het eerste huwelijk van Koos, de ‘schilderende oom’ van mijn moeder. Zelf heeft ze hem nooit gekend, want de familiegeschiedenis van de naoorlogse jaren is doortrokken van onmin en brouillage, iedereen in het gezin Grosman lag met elkaar overhoop, de familie lag in scherven. Dat is des te opmerkelijker, omdat de Grosmans vroeger juist zeer close waren, vertelde ze. De reden voor die dramatische omslag lag in de gebeurtenissen van de bezetting. Zowel Koos als zijn broers Dirk en John hadden in het kamp gezeten. Alleen niet in hetzelfde. Koos was gestraft voor zijn collaboratie en zat de eerste twee jaar na de oorlog vast. Zijn broers hadden in het verzet gezeten en waren daarvoor door de Duitsers met internering gestraft. Het feit dat ze politiek diametraal tegenover elkaar stonden belette de broers overigens niet om een hechte band te houden: je broer blijft je broer, je kunt nog zo van mening verschillen, voor de buitenwereld vorm je één front.
Koos kwam als een gebroken man uit het kamp. Zijn hele verdere leven bleef hij ziekelijk, kampend met chronische bronchitis, vaak koortsig. Zijn carrière als striptekenaar was voorbij, geblokkeerd door zijn keus voor de verkeerde partij en ingehaald door Disney. Hij moest aan de kost komen met illustraties voor tijdschriften. Om de kas te spekken schilderde hij in opdracht portretten.
Dat werpt een nieuw licht op het aantal schilderijen van hem dat in familiebezit is. Daaronder is ook een portret van mijn moeder op achttienjarige leeftijd. Stopte mijn opa zijn sukkelende vriend af en toe geld toe in ruil voor een werk van eigen hand? Mijn opa had een zacht hart, ik acht het heel goed mogelijk. En die dagelijkse bezoeken aan het huis van mijn grootouders in de Rijnstraat? Koos had een slecht huwelijk, en misschien ontvluchtte hij de zure sfeer thuis, opperde Sigrid lachend.
Dat bracht een ander punt naar voren waarin zij zich niet kon vinden. Volgens haar familie was Koos een ziekelijke, chagrijnige, zelfs humorloze man, terwijl hij in de mythen van onze familie de rol speelt van de goedlachse bon-vivant. We hielden het er maar op dat een mens buitenshuis vaak een andere kant van zichzelf toont dan in zijn eigen intieme kring. Het gaf me een prettig gevoel dat ik dáárin Sigrids beeld een beetje kon bijstellen: grootvader was niet alleen die zeurderige, zieke man geweest. Hij had ook een vrolijke kant, zelfs in die moeilijke latere jaren.
Er resten mij nog veel vragen, waarop ik niet verwacht ooit een antwoord te krijgen.

Geen opmerkingen: